We mochten deze maand al flink genieten van de prestaties van Thibau Nys, en de kans is zeker bestaande dat we dat de komende dagen opnieuw zullen mogen doen. Zo komt hij immers – net als Wout van Aert – aan de start van De Ronde van Noorwegen op donderdag.
Paranoia
In aanloop daar naartoe, en om terug te blikken op zijn recente glansprestaties, zat Nys samen met Het Laatste Nieuws voor een uitgebreid interview. Daarin ging het ook onder meer over de grote argwaan die heerst bij Nys als het gaat over verboden producten. Sedert enkele voorbeelden uit het (recente) verleden is hij daar heel hard mee bezig, zo zegt hij zelf.
“Ja, dat is echt. Anna moest een zalf met cortisone smeren en ik had daar wat schrik van. Ik heb ze letterlijk niet één kus gegeven. Sinds het voorval met Toon Aerts ben ik daar heel bewust mee bezig. Soms ben ik wat paranoia”, zo klinkt het rechtuit zoals we Nys kennen. Hij staaft vervolgens ook nog met een voorbeeld.
“Ik ben constant op mijn hoede. Toen wij in Besançon gingen crossen, hebben we alles uit België meegenomen. We hebben er niks van lokale vlees of melk gegeten of gedronken. We hebben er niet ontbeten, we hebben er ook ‘s avonds niet gegeten, we hebben het buffet niet aangeraakt. Je mag je niet zot laten maken, maar ik probeer de dingen waar ik controle over heb zo veel mogelijk te sturen.”
Frieten en donuts
Nys is dus zeer voorzichtig, ook als het om voedingsproducten gaat, maar hij moet klaarblijkelijk minder voorzichtig zijn om wát hij precies eet. “Ik eet nog altijd af en toe een donut. Ik eet ook wel eens frieten of een ijsje. Ik heb het gevoel dat dat soms nodig is. Je hebt renners die constant moeten vechten tegen hun gewicht, maar bij mij is het omgekeerd.” Uiteraard een groot voordeel als wielrenner zijnde.
“Als ik heel scherp sta, en mijn vetpercentage zakt richting vijf procent, dan voel ik dat ik er beter nog eens een friet op gooi. Dat ik wat vetten laad. Ik kom heel gemakkelijk heel scherp. Maar als je de limieten opzoekt, is er een moment dat je de rauwe kracht begint te missen.”
Geen nieuwe Van Aert of Van der Poel
Nys had het verder uiteraard ook over zijn sportieve toekomst op zich. Er klinken al geluiden dat hij het veldrijden maar beter wat meer links laat liggen, maar dat zal duidelijk niet gebeuren. “Ik hoor dat heel veel, maar ik denk dat niet. Ik geloof dat ik een grote wegrenner kan worden, want dat ben ik nu nog maar voor een stukje, maar ik ben ervan overtuigd dat ik als crosser beter kan worden dan als wegrenner. Op basis van mijn kwaliteiten.”
Maar een vergelijking met Van Aert of Van der Poel gaat hem wel een brug te ver. “Neen. Die vraag heb ik mezelf nog niet gesteld. Durf ik me ook niet stellen. Dat zijn twee heel uitzonderlijke mannen. Ik vind het moeilijk om me met iemand te vergelijken. Ik weet niet eens welk type renner ik ben. Eigenlijk denk ik dat ik het meest op Julian Alaphilippe gelijk, al denk ik niet dat ik zo goed en lang kan klimmen als hij.”