Mathieu van der Poel, de winnaar van de Ronde van Vlaanderen en Parijs-Roubaix, kan zondag zijn derde Monument van het jaar winnen. Maar de grote vraag blijft: kan hij lichtgewicht Tadej Pogacar verschalken op de verraderlijke klimmetjes van Luik-Bastenaken-Luik?
La Doyenne staat bekend om zijn lastige hellingen. Mathieu van der Poel, 75 kilo zwaar, moet op die beklimmingen bijna tien kilo extra naar boven krijgen in vergelijking met zijn grootste concurrent: Tadej Pogacar met zijn 66 kilo. Jan Boone, inspanningsfysioloog verbonden aan de UGent, wikt en weegt de kansen van MVDP.
Steilheidsgraad
"Hoe steiler, hoe moeilijker het inderdaad wordt voor een zwaardere renner", klinkt het bij Sporza. "Wanneer we spreken over een helling van 5 à 6%, is dat verschil nog te overbruggen. Vanaf 10% begint het heel lastig te worden voor de zwaardere renners om de lichtgewichten te volgen, want iemand die lichter is kan makkelijker een hoger relatief vermogen ontwikkelen."
"De Sloveen zal door zijn gewicht makkelijker een hoger relatief vermogen halen. Mathieu is wel een buitengewoon sterke renner die op het vlakke een enorm absoluut vermogen kan trappen, misschien kan hij zijn wattages op de steilere hellingen overstijgen."
Overstijgen
Maar Boone heeft wel goed nieuws voor de wereldkampioen. "Van der Poel is ook iemand die heel sterk is in inspanningen tussen de 30 seconden en 5 minuten. Op de hellingen van LBL kan hij zichzelf overstijgen. Pogacar is dan meer geschikt om hoge vermogens te leveren tussen de 3 minuten en 30 minuten. Al heeft die ook al bewezen een alleskunner te zijn die heel explosief uit de hoek kan komen."