Egan Bernal kon zijn titel in de Giro d'Italia dit seizoen niet verdedigen. De Colombiaan van Ineos-Grenadiers geraakte in januari immers betrokken bij een zwaar ongeval. De voorbije weken kwamen er hoopgevende signalen over zijn revalidatie, maar Bernal gaat nu zelf weer op de rem staan.
Terwijl hij vorig jaar mikte op de Giro en Vuelta, had Bernal dit seizoen opnieuw zijn zinnen gezet op de Tour. Indien hij zijn beste benen kon terugvinden, zou de Colombiaan ook een grote uitdager kunnen worden voor titelverdediger Tadej Pogacar. Maar eind januari sloeg het noodlot toe. Tijdens een trainingstocht botste de Ineos-kopman na een afdaling met volle snelheid op een geparkeerde bus. De gevolgen van die botsing waren bijzonder groot.
Bernal liep meerdere breuken op, onder meer aan zijn dijbeen, knieschijf en ribben. Ook zijn halswervel en twee borstwervels waren hard geraakt en zijn longen geraakte geperforeerd. Er kwamen dan ook meerdere operaties aan te pas. Zijn revalidatie leek echter voorspoedig te verlopen. Zo deelde de renner meerdere videofragmenten waarop te zien is hoe hij inmiddels weer kan fietsen. Hier en daar werd dan ook gespeculeerd dat hij eind mei weer in competitie zou kunnen treden.
MENTAAL NIET KLAAR
Maar in een interview met La Gazzetta dello Sport veegt Bernal dat plan nu zelf van tafel. "In mijn hoofd ben ik nog ver verwijderd van deelname aan een wedstrijd, laat staan van ritwinst. Er is nog geen exacte datum voor mijn terugkeer. Het is nu nog erg moeilijk om te zeggen wanneer die er zal komen", klonk het. Volgens Cyclingnews zou hij pas ten vroegste eind juli begin augustus terug aan wedstrijden kunnen deelnemen.