Eddy Planckaert staat bekend als iemand die niet verlegen is om zijn eigen – soms kritische –mening te delen. Dat doet hij niet meer als analist, maar in interview met Humo liet de voormalige groene truiwinnaar zich toch nog eens gaan.
Herenleven
LEES OOK. Planckaert onthult: 'Van Aert was heel kwaad op mij'
In een uitgebreid gesprek kwam daar uiteraard ook de huidige generatie ter sprake. En daarover heeft ook Planckaert zo wel zijn idee. “Ik vergelijk niet graag generaties, want dan lijk ik op Roger De Vlaeminck en dan vind ik mezelf de beste van het universum”, start hij in het weekblad nog met een kwinkslag.
Om vervolgens toch een duidelijk punt aan te stippen. “Ik heb ongelofelijk veel bewondering voor de renners van nu, maar ze hebben een herenleven. Hoeveel koersen rijden ze per jaar? 60? Wij zaten aan 140 koersdagen. Ze rijden veel harder, dat is waar, maar ze koersen ook anders. Hun tactiek staat mij zwaar tegen. Daarom ben ik gestopt als analist.”
Apathische concurrentie
LEES OOK. Johan Museeuw moet wat kwijt over pechvogel Wout van Aert
Genieten van de absolute toppers kan Planckaert evenwel nog doen, maar het is voornamelijk de apathie van de rest dat hem tegen de borst stoot. “Elke renner weet: als Van der Poel, Pogacar en Van Aert demarreren, kan ik toch niet mee. Godverdomme, maak het die gasten eens moeilijk!”
Planckaert is van oordeel dat ze concurrentie zich te gemakkelijk neerlegt bij de dominantie van Van Aert, Van der Poel & co. “Probeer de koers open te breken. Zet samen met enkele andere ploegen een plannetje op, maar laat je niet zomaar afslachten.”
“Demarreer! Zijn de grote drie mee in de ontsnapping: niet meerijden. Zijn ze niet mee: rijden. En als dat niet lukt, nog eens proberen. Zorg ervoor dat ze moe en uitgereden zijn”, aldus Planckaert.