We zijn inmiddels februari, en dan weet uiteraard elke wielerfanaat dat het nieuwe klassieke voorjaar er zit aan te komen. Het wielerseizoen 2024 draait echter nu al op volle toeren, en hebben we al heel wat interessante zaken kunnen noteren.
Dat er weer heel wat jeugdig talent zit aan te komen bijvoorbeeld. Dat viel ook zonder de afgelopen koersen al te bemerken, maar wisten sommige jonkies daar zelfs al meteen te scoren. Denk daarbij aan jongens als Paul Magnier, Isaac Del Toro en onze eigen William Junior Lecerf.
Het doet het beste vermoeden voor de toekomst, en het geeft ons de gelegenheid om een klein overzichtje van al deze witte merels in elkaar te timmeren. Zo heeft ook u alvast een idee van wie u het komende wielerjaar maar beter in de gaten houdt!
Soudal Quick-Step barst plots van het jong geweld
En waar dan beter te beginnen dan binnen de eigen landsgrenzen. Want zo zitten ze bij Soudal Quick-Step bijvoorbeeld plots met heel wat jong geweld in de rangen. Met name van Paul Magnier mag dit seizoen al meteen een en ander worden verwacht. De amper 19-jarige Fransman kwam over van Trinity Racing, en wist bij zijn profdebuut zowaar meteen te winnen in de Trofeo Ses Salines-Felanitx op Mallorca.
Magnier zette de lovende commentaren van binnen de eigen ploeg - hij werd ook al vergeleken met Wout van Aert - zo meteen extra luister bij. In diezelfde wedstrijd werd dat andere toptalent dat werd overgenomen van Trinity Racing, Luke Lamperti, ook al prompt derde. Zij zouden er dus straks weleens voor kunnen zorgen dat het verlies van mannen als Mauro Schmid, Florian Sénéchal en Andrea Bagioli moeiteloos wordt opgevangen.
Dat zal dan ook afhangen van de presaties van twee landgenoten. William Junior Lecerf begon alvast ijzersterk en zette die al het goede wat van hem werd gezegd meteen in de verf met een knappe derde plaats in het eindklassement van de AlUla Tour. Vorig jaar won de 21-jarige Belg al de Ronde van Lombardije voor beloften én werd hij vijfde in het eindklassement van de Tour de L’Avenir.
Tot slot wordt het bij de troepen van Patrick Lefevere ook uitkijken naar wat Gil Gelders mag bekomen. Die andere landgenoot lijkt alvast zeer polyvalent te zijn. Zo won Gelders vorig jaar Gent-Wevelgem voor beloften en werd hij tweede in Parijs-Roubaix, maar won die tegelijkertijd ook een heuveletappe in de Giro Next Gen en werd hij daar ook nog eens derde in een loodzware bergrit.
📊🇫🇷 Paul Magnier (19y 286d) is yet another U20 rider to win a pro race - 🏆 Trofeo Ses Salines-Felanitx today - and the youngest French rider with a pro win I could find in my archives, beating Lenny Martinez (19y 337d — 2023 CIC-Mont Ventoux).pic.twitter.com/eC3FjP6brD
— ammattipyöräily (@ammattipyoraily) January 25, 2024
Ook andere Belgische ploegen hebben goud in handen
Het moge duidelijk zijn: Soudal Quick-Step beschikt plots over heel wat jong (Belgisch) talent. Maar dat is ook bij de andere Belgische ploegen het geval. In het geval van Lotto Dstny klinken deze namen evenwel al wat bekender in de oren. Zo hebben Lennert Van Eetvelt (22) en Alec Segaert (21) immers vorig jaar al hun eerste strepen verdiend in het profpeloton.
Bij eerstgenoemde betekende dat voornamelijk een sterke Vuelta, waar hij enkele keren dichtbij een ritoverwinning kwam. In de Alpes Isère Tour won Van Eetvelt dan weer twee etappes en was hij afgezien van de bergtrui ook eindwinnaar in alle klassementen. Voor Segaert kwam zijn grote doorbraak er tijdens de Belgische kampioenschappen. Daar werd de tweevoudige Europese tijdritkampioen bij de beloften immers zowel in de weg- als tijdrit tweede. Dat voor alle duidelijkheid dus wel bij de elite.
Over naar Alpecin-Deceuninck dan waar ook zij met Axel Laurance een Franse groeibriljant beet hebben. Hij is intussen dan wel al 22, maar maakt die feitelijk dit jaar zijn debuut bij een WorldTour-formatie. Laurance zat vorig jaar al bij de gebroeders Roodhooft, maar maakte hij deel uit van het Development Team. Dat weerhield Alpecin-Deceuninck er echter niet van om de Fransman hier en daar al op te stellen.
Door het faillissement van B&B Hotels-KTM kwam Laurance plots vrij op de markt, maar was er officieel geen ruimte meer om hem bij de hoofdmacht van Alpecin-Deceuninck in te schrijven. Door een handigheidje wisten ze hem dus wel te strikken, en daar zullen ze nog geen spijt van hebben gehad. Laurance werd wereldkampioen bij de beloften in Glasgow, en begon ook dit seizoen ijzersterk met ritwinst in de Ster van Bessèges (waar hij o.a. Mads Pedersen klopte). In 2022 werd hij ook al tweede in de Bretagne Classic, na ene Wout van Aert.
Dan maken we tot slot – wat de Belgische ploegen betreft – nog even de oversteek naar Intermarché-Wanty. Die staan inmiddels toch wel bekend om talent te kunnen opsporen. Nu wordt het vooral uitkijken waartoe Francesco Busatto (21-jarige Italiaan die vorig jaar Luik-Bastenaken-Luik voor beloften won), Alexy Faure Prost (regerend Frans beloftenkampioen van 19 jaar) en Madis Mihkels (20-jarige talentvolle Est) in staat zullen zijn.
Nederlandse teams doen niet onder
Het hoeft uiteraard niet te verbazen dat er ook in Nederland – en dan meer bepaald bij Visma-Lease a Bike – opnieuw weer heel wat talent aan de oppervlakte komt. Bij de geelhemden springen dan voornamelijk Johannes Staune-Mittet en Per Strand Hagenes in het oog. Beide Noren maken dit jaar de overstap van het Development team van Visma, en maken ze dus hun debuut op het hoogste niveau.
We durven vermoeden dat ze die overgang bijzonder makkelijk zullen verteren. Met name de 22-jarige Staune-Mittet kan met eindwinst in de Giro Next Gen van 2023 en een tweede plaats in de Tour de L’Avenir van 2022 al flink wat adelbrieven voorleggen. Visma-Lease a Bike lijkt met hem een nieuw rondetalent op stal te hebben.
Hagenes telt met 20 jaar nog twee lentes minder dan zijn landgenoot, al wist die vorig jaar in de Sparkassen Münsterland wel al kleppers als Groves, Pedersen en ploegmakker Laporte achter zich te laten. En uiteraard zijn er ook nog Olav Kooij en Cian Uijtdebroeks. Die hebben intussen hun strepen al verdiend, maar zijn ook zij nog steeds maar respectievelijk 22 en 20 jaar oud.
Bij Team DSM-Firmenich PostNL zagen ze traditiegetrouw weer enkele mooie namen vertrekken (Andreas Leknessund, Sam Welsford, Alberto Dainese,…), maar hebben ze met Oscar Onley, Max Poole en Casper van Uden nog steeds enkele talentvolle jongeren aan boord. Laatstgenoemde Nederlander startte het seizoen alvast met ritwinst in de AlUla Tour, waar hij onder meer Tim Merlier en Dylan Groenewegen wist te kloppen in een massasprint.
Nog méér parels
Maar het blijft uiteraard niet bij de Belgische en Nederlandse ploegen waar de sterren van morgen zich profileren. Zo zagen we al een ijzersterke Isaac Del Toro in de Tour Down Under. De amper 20-jarige Mexicaan knalde daar in zijn debuutkoers bij de profs meteen naar ritwinst namens Team UAE. Del Toro werd vorig jaar ook eindwinnaar in de Tour de L’Avenir en wordt de ploegmakker van Tadej Pogacar een grote toekomst voorspeld.
Datzelfde geldt voor diens ploegmakker Antonio Morgado, de Portugees die vorig jaar maar net de duimen moest leggen voor de eerder vernoemde Axel Laurance op het WK voor beloften in Glasgow. Bij Uno-X hebben ze dan weer de huidige Europese beloftenkampioen in de rangen met Henrik Pedersen, al staat die voorlopig nog ingeschreven bij het Development Team.
Bij de Noorse formatie wordt het bovendien ook uitkijken of Soren Waerenskjold de lijn van vorig jaar kan doortrekken. Hetzelfde verhaal bij de Franse parels van Groupama FDJ, Romain Gregoire en Lenny Martinez, die vorig jaar een ijzersterk debuutjaar kenden. De ook nog maar 21-jarige Laurence Pithie wist voor de Franse formatie alvast al te scoren in de Cadel Evens Great Ocean Road Race.
Als uitsmijter gaan we toch nog even de Belgische toer op. Want zo wordt Milan Fretin straks dan wel ‘al’ 23 jaar, onze landgenoot maakt namens Cofidis dit jaar wel pas zijn debuut bij een WorldTour-formatie. Hij was voordien actief bij Team Flanders-Baloise. De sprinter liet zich vorig jaar een eerste keer echt opmerken in de door Wout van Aert gewonnen Tour of Britain, en lijkt die positieve lijn voort te zetten. In rit 4 van de Tour Down Under en de Surf Coast Classic werd Fretin immers telkens knap vierde.