Toon Aerts zit nog steeds een dopingschorsing uit en is niet te spreken over de manier waarop zijn proces is verlopen.
Toon Aerts zal er zondag niet bij zijn bij de eerste wereldbekermanche in Waterloo. De 29-jarige veldrijder is nog steeds geschorst omwille van het gebruik van Letrozole Metabolite. Over 4 maanden mag hij zijn wederoptreden maken.
Aerts is nog steeds heel kwaad op de UCI. Hij en zijn advocaat zijn bijvoorbeeld niet te spreken over de manier waarop het proces is verlopen. Om te beginnen was er de hoge kostprijs. "Ik had het geluk dat ik goed verdiend heb, maar een jeugdwielrenner die hetzelfde meemaakt, die gaat zijn rechten van verdediging nooit kunnen uitoefenen", zegt hij in gesprek met Het Nieuwsblad.
Bewijslast
Ook de omgekeerde bewijslast zit hem dwars. "Eender welke rechtbank moet bewijzen dat je schuldig bent. Maar ik moet bewijzen dat ik onschuldig ben. Ik hoopte dat mijn haaranalyses zouden volstaan om strafvermindering te krijgen omdat die aantoonden dat die letrozole in zodanig kleine hoeveelheid in mijn lichaam aanwezig was dat ik het onmogelijk bewust kon hebben genomen."
"De UCI en de rechter in beroep zeggen letterlijk dat het gebruik niet intentioneel was en toch word ik geschorst. Daar heb ik het moeilijk mee."
Het proces duurde ook bijzonder lang. "Ik heb de indruk dat ze het op een lange baan hebben geschoven zodat het niet meer de moeite zou zijn om naar Internationaal Sporttribunaal te gaan."
Controversiële professor
De strafste vaststelling van allemaal: de UCI doet voor haar bewijsvoering een beroep op de diensten van de Zwitserse professor Martial Saugy. “Google zijn naam maar eens”, zegt Aerts.
“Hij is de man die na de winterspelen in Rusland alle stalen van Russische atleten heeft doen verdwijnen. Hij zou ook de man geweest zijn die Armstrong vertelde hoe hij een positieve test kon vermijden. Zo iemand moet dan mee beslissen over het feit of ik al dan niet bewust doping heb genomen."
Middenvinger
De woede van Aerts is dan ook zeker nog niet bekoeld. "Die middenvinger van mij naar de UCI, dat is niet de persoon die jullie kennen. Die middenvinger, die hebben ze in mij naar bovengehaald. Stel dat ik ooit opnieuw op een WK-podium eindig en ik moet iemand van de UCI de hand schudden, dan weet ik niet of me dat zal lukken.”