Dat zag ook Johan Bruyneel, zelf zevenvoudig winnaar van de Tour met Lance Armstrong, al weten we uiteraard allemaal hoe die zeges tot stand zijn gekomen. Daar zag Bruyneel echter wel een zwak punt bij Pogacar en dan voornamelijk zijn ploeg. “Was er toen wat meer kalmte in de volgwagen, dan had Pogacar niet telkens gereageerd op Roglic. In de volgwagen moet je niet denken zoals de renner, die vol adrenaline zit en zich goed voelt.”
“Aan de voet van de Galibier zette Pogacar zich aan de kop, met Vingegaard in het wiel, om Roglic niet te laten terugkeren. Maar als Roglic terugkeerde, keerden ook twee ploegmaats van Pogacar terug”, herinnert Bruyneel zich.
Die ziet de geschiedenis zich in de komende Tour zelfs herhalen. “Dat zijn de fouten geweest. En in de Ruta del Sol zag ik dezelfde onstuimigheid. Daarom maak ik me weer een beetje zorgen voor de Tour.”