Bij de bekendmaking van het parcours van de Tour de France moeten ze zich bij Jumbo-Visma in de handen hebben gewreven, want het lijkt een kolfje naar de hand te worden van Wout van Aert. De Kempenaar pakte vorig jaar groen in Frankrijk, maar zijn team wil nog niet bevestigen of de Belgische alleskunner ook dit jaar voor het puntenklassement gaat.
Tadej Pogacar wist het meteen na de voorstelling van het parcours: de derde week wordt de zwaarste en de Tour wordt in die dagen beslist. Met enkele zware etappes in de Vogezen krijgen de renners nog een stevig slot te verwerken en dat beseft ook Merijn Zeeman, ploegleider bij Jumbo-Visma. "Ik aanvaard het parcours: het is iets waarop je geen invloed hebt. Nu kunnen we ons plan maken en onze strategie bepalen. Met Roglic, Vingegaard en Van Aert hebben we op dit parcours genoeg kansen om het verschil te maken", citeert Het Nieuwsblad de Nederlander.
Over de doelstellingen van Wout van Aert wou Zeeman nog niets uit de doeken doen. De zomer van 2023 lijkt alvast weer goed gevuld te raken en dat betekent dat ze bij Jumbo-Visma knopen moeten doorhakken. “De Wout van Aert van dit jaar heeft zes weken op hoogte gezeten. Om op dat niveau te komen, moet je keihard werken. En dan moeten wij kijken wat wel kan en wat niet. Er is namelijk ook nog het WK in Glasgow – dat volgend jaar vroeger doorgaat (13 augustus, red.) –, er is de Giro die ook aantrekkelijk is en de Vuelta heeft hij ook nog nooit gereden. Alles ligt op tafel. Eén ding staat wel vast: de Ronde van Vlaanderen en Parijs-Roubaix staan boven alles."
Zeeman had ten slotte nog een gouden raad voor concurrent Remco Evenepoel. "Als ik hem was, dan zou ik me niet te hard vastpinnen op een wedstrijd waar alleen maar tijdritten inzitten. Volgens mij kan hij ook op een andere manier winnen. Maar wij gaan hem niet op onze bagagedrager meenemen.Ik denk dat er op dit moment vier renners bovenuit steken: Vingegaard, Pogacar, Roglic en Evenepoel. Dat zijn in ieder geval de meest complete renners.”