Eli Iserbyt domineert in het veldrijden. De West-Vlaming won al drie Wereldbekercrosses en is telkens dé te kloppen man als hij ergens aan de start verschijnt. Niemand lijkt zijn heerschappij momenteel te kunnen doorbreken en dat ondanks een zomer waarin hij gebukt ging onder blessures.
Eli Iserbyt (25) is heer en meester in het veldrijden, al moeten zowel Wout van Aert als Mathieu van der Poel hun intrede nog doen in de cross. De West-Vlaming heeft dit jaar enkele grote doelen voor ogen. Zo hoopt hij de drie klassementen - de Wereldbeker, Superprestige en X20, naar zijn hand te zetten. Maar ook de kampioenschappen lijken niet veilig te zijn, want op zes november neemt Yserbyt deel aan het Europees kampioenschap. De coureur van Pauwels Sauzen-Bingoal zal zijn momenten dan ook iets zorgvuldiger moeten kiezen.
“Ook al voel ik me super goed. Een moeilijke oefening, want ik wil geen enkele cross weggeven. De Koppenberg is voor mij even belangrijk als het EK. Quinten Hermans slaat de Koppenberg over, speciaal voor het EK. Lars van der Haar zullen we wellicht ook minder zien, maar ik wil het niet op die manier doen. Dat is gevaarlijk, want het ergste dat kan gebeuren, is dat ik overal naast grijp", vertelde hij aan Het Laatste Nieuws.
Iserbyt had zich geen betere start van het veldritseizoen kunnen wensen, en dat terwijl een rugblessure zijn hele zomer controleerde. “Een verzameling kleine ongemakken die zich op mijn zwakste punt hadden gezet. Ik was nog niet helemaal hersteld van het cross-seizoen, zocht naar mijn positie op de mountainbike en we waren aan het verhuizen… Te veel dingen samen. Ik reed rond zonder echt bezig te zijn. Ik deed een blokje minder, of zelf een uur minder omdat ik pijn had.”