Een nieuwigheidje tijdens deze Vuelta a España: in de Remco Review praten wij je na de belangrijkste etappes in deze drie weken durende ronde bij over de prestaties van Evenepoel in Spanje. Nu de Vuelta voet aan grond heeft gezet in het Baskenland, is het tijd om na de eerste vier etappes de balans op te maken.
In de ploegentijdrit in het Nederlandse Utrecht kreeg RE.V een eerste tikje - weliswaar vooraf al ingecalculeerd - te verwerken. Jumbo-Visma, de ploeg van de winnaar van de laatste drie edities van de Ronde van Spanje Primoz Roglic, won in eigen huis en verdeelde de leiderstrui in de eerste drie daaropvolgende ritten over Robert Gesink, Mike Teunissen en Edoardo Affini. Na een rustdag, zodat het peloton zich kon verplaatsen richting Noord-Spanje, zou de eerste krachtmeting volgen op Baskisch grondgebied.
In Laguardia zou een korte sprint bergop volgen, maar niet voordat Evenepoel zich in de afzink van de Puerto de Herrera stortte en een eerste aanval in deze Vuelta inzette. Roglic plakte echter aan het wiel van de Kannibaal van Schepdaal. Nadat Movistar de sprint bergop inleidde - gek genoeg niet voor Alejandro Valverde maar voor Enric Mas - was het de beurt aan de Sloveense veelvraat om zijn eerste ritzege in deze Vuelta alvast maar te pakken.
Evenepoel moest in de slotfase van te ver komen om nog kans te maken op bonificaties aan de streep. Zijn werk in de absolute slotfase voor wereldkampioen Julian Alaphilippe werd niet beloond, maar met een achtste plaats kon de winnaar van Luik-Bastenaken-Luik en de Clásica San Sebastián in ieder geval zorgen dat hij niet nog meer tijdsverlies leed dan de 13 seconden bonus die Roglic vandaag pakte.
Dit zorgt ervoor dat Evenepoel nu een achterstand van bijna een halve minuut heeft op de nieuwe rode truidrager Roglic. De renner van Quick-Step Alpha Vinyl staat hiermee zesde in het algemeen klassement en staat zo tussen een aantal sterke klassementsrenners van onder meer INEOS Grenadiers. Morgen staat een lastige tweede Baskische etappe op het programma, richting Bilbao. Onderweg moeten de renners onder meer de bekende Alto del Vivero bedwingen in volle finale. De dag nadien worden op de Pico Jano de klimmersbenen écht voor het eerst getest.