De hernieuwde uitgave van Milaan-Sanremo voor vrouwen was een vrij geslaagd succes, met uiteindelijk Lorena Wiebes (SD Worx - Protime) als laureate. Volgens Puck Pieterse (elfde) waren er echter wel wat puntjes van kritiek...
Pieterse had het dan met name over de afstand van La Primavera. Waar de vrouwenwedstrijden van Gent-Wevelgem of de Ronde van Vlaanderen rond de 180 kilometer zijn, moest er zaterdagmiddag in Milaan-Sanremo 'slechts' 156 kilometer bedwongen worden.
Fris aan de Poggio: Pieterse kritisch
En dat precies in de koers die normaliter juist bekendstaat om de lengte, wat volgens velen dé charme van de Italiaanse voorjaarswedstrijd is. ''Van mij mag het zeker langer'', aldus een licht kritische Pieterse bij de NOS.
''Het mooie aan Sanremo bij de mannen is dat het een lange koers is'', vervolgde de renster van Fenix-Deceuninck. ''Daardoor is de Poggio bij hen zwaar, maar bij ons kwam iedereen nog redelijk fris aan.''
Pieterse pleit voor langere koers (200 kilometer)
Zodoende pleit de dame uit Amersfoort voor een lange wedstrijd, zoals vele anderen dat voorafgaand aan de koers dat ook al deden. ''Ik denk dat de afstand op zijn minst 200 kilometer moet zijn. Maar het kan gemakkelijker langer. Als we vijf, vijfeneenhalf uur op de fiets zitten, zou dat heel mooi zijn.''
Toch klaagde Pieterse al bij al niet over deze primeur voor de vrouwensport. ''De wedstrijd was leuker dan verwacht eigenlijk'', aldus de veelzijdige renster. ''Of het een lastige koers om te winnen? Zeker. Er zijn veel scenario’s mogelijk. Ik denk dat meer rensters net als ik hadden gehoopt dat het net wat zwaarder zou zijn.''