Het eerste, grote doel van Wout van Aert staat voor de deur. Het Openingsweekend zal veel duidelijk maken voor de Kempenaar, die zijn zinnen opnieuw heeft gezet op de Ronde van Vlaanderen en Parijs-Roubaix.
Wout van Aert kan op z'n 30ste terugblikken op een bijzonder succesvolle carrière, maar een vergelijking met aartsrivaal Mathieu van der Poel is nooit ver weg. De Nederlander krijgt zowel bij Alpecin-Deceuninck als bij de Nederlandse selectie vaker de kans om voor eigen succes te gaan. Van Aert moet zich dan weer vaker wegcijferen in dienst van iemand anders.
Trots
Bij Wielerflits kreeg hij de vraag of die rol van knecht wel past bij iemand van zijn kaliber. "Ik hoop dat er heel veel mensen mij onthouden als de renner die ook dingen deed die andere coureurs niet doen. En een daarvan is waarschijnlijk zich af en toe wegcijferen voor iemand anders. Dat is zoals ik ben. En daar ben ik ook heel trots op."
Van Aert is op een leeftijd gekomen waar het van moeten is in de allergrootste wedstrijd. Op je 35ste nog Parijs-Roubaix of de Ronde van Vlaanderen proberen winnen, wordt bijzonder moeilijk.
"Over vijf jaar is daar zeker al niet veel meer aan te doen", aldus Wout van Aert. "Dan is het zo. Dan heb ik heel veel moois om ook op terug te kijken. Maar ik kijk ook heel hard uit naar de jaren die nog komen, waarbij ik telkens met veel ambities van start zal gaan. En daar geniet ik ook steeds meer van, van die weg daar naartoe."
Wissel van de wacht
De Kempenaar behoort momenteel tot de absolute wereldtop, maar weet zelf ook dat de nieuwe generatie klaar staat om over te nemen. "Ik denk dat ik zeker nog over mijn potentieel kan beschikken. Dus ik denk dat het in die zin geen issue is", klinkt het.
"Natuurlijk wel, als ik dertig word dan staan er weer jongens van drie-, vierentwintig klaar. Dat wordt elk jaar weer meer. Die jonge gasten staan ook te popelen om de fakkel over te nemen. Dat is natuurlijk iets anders waar je rekening mee moet houden."