Ze zullen voor eeuwig – of althans toch gedurende hun carrière – aan elkaar verbonden blijven, Wout van Aert en Mathieu van der Poel. Meer dan ze zelf lief hebben. Maar wel met veel respect. Zoals Van Aert nu ook praat over zijn grote concurrent in een interview met de Spaanse pers.
Mooie rivaliteit met Van der Poel
Het gebeurt niet al te vaak dat Van Aert tijd maakt voor anderstalige media, maar voor Relevo wou hij duidelijk toch wel eens een uitzondering maken. Daar werd hem onder meer gevraagd of hij die rivaliteit met de Nederlander niet beu is? Daar komt de Kempenaar met een bijzonder openlijk antwoord: “Nee, dat zou ik niet zeggen.”
“Een paar jaar geleden was dat wel moeilijker voor mij”, geeft hij wel toe. “Maar vooral omdat ik niet wist hoe ik ermee moest omgaan. Nu is dat niet meer het geval. Mathieu is een geweldige atleet, het is dan ook normaal dat ik vaak tegen hem verlies. Ik probeer meer te beseffen dat ik diegene ben die het dichtst tegen hem staat en hem de meeste concurrentie biedt. En zo is het een hele mooie rivaliteit.
Of ze ooit met elkaar zijn omgegaan buiten het wielrennen en dus vrienden zijn? Dat is niet het geval. “Nee, we hebben nooit tijd met elkaar doorgebracht buiten het wielrennen. Uiteindelijk blijven we wel rivalen en dan is het toch moeilijk om een hechte band op te bouwen. Maar misschien ooit wel, als we op pensioen zijn”, klinkt het uitnodigend.
Twee verschillende personen
Het is natuurlijk wel een veelbesproken rivaliteit, eentje die de gemoederen bedaart bij vele mensen. Heeft hij daar een verklaring voor? “Wat de mensen volgens mij leuk vinden is dat we twee verschillende mensen zijn. Ik denk dat ik meer een familieman ben, al spreek ik daar wel voor mezelf.”
“Sportief gezien probeer ik dan weer meer te scoren over het ganse seizoen. Op zoveel mogelijke momenten op mijn best zijn. Ik vind grote rondes bijvoorbeeld ook leuk, ik weet niet of Mathieu dat zo leuk vindt. Uiteindelijk maakt dat de rivaliteit mooi, dat we zo verschillend zijn.”