Lotte Kopecky is ontegensprekelijk dé leading lady van het Belgische wielrennen, of zeg maar het wielrennen in het algemeen. Maar welke landgenotes staan er in haar voetsporen te wachten? Ze ziet zelf alvast wel enkele potentiële toprensters klaar staan.
Opvolgster (op de piste)
In een speciale docu gericht op de Belgische talenten in de wachtkamer gingen ze bij Het Laatste Nieuws ook een kijkje nemen bij de dames. Om desbetreffende rensters te beoordelen gingen ze ook te rade bij niemand minder dan Kopecky zelf. Zo ziet ze zelf in Lani Wittevrongel een grote parel, al denkt Kopecky daar wel vooral aan de piste.
“De manier waarop ze zilver won op het EK, vond ik zeer knap. Lani weet zich enorm goed te plaatsen en kan op jonge leeftijd de wedstrijd al goed lezen. Wat mij in de scratch niet vaak lukt, doet zij wel al zeer goed en dan kan ik enkel zeggen: wauw”, is Kopecky zelfs onder de indruk.
“Door zo jong al zo succesvol te zijn, mag ze zeker grote ambities koesteren en dromen van een mooie carrière. Ze rijdt ook op de weg, maar haar focus ligt vooral op de piste.” Wittevrongel maakte wel pas een transfer naar Lotto, dus ook op de weg wil ze duidelijk haar ding proberen.
Klimtalent
Ook over Fleur Moors heeft Kopecky enkele mooie woorden veil. In haar schuilt een bijzonder sterke klimster. “Ik heb in 2024 voor het eerst tegen Fleur gekoerst in RideLondon Classique en ze heeft mij aangenaam verrast.”
“Er lag een klim op vijftien kilometer van de streep, waar ze in dienst van ploegmate op kop reed van het peloton en dat tempo mocht er zijn. Ik weet dat ik toen dacht: Wauw, als je dat nu al kan”, was er ook bij Moors al een gevoel van ongeloof.
Al zal ze volgens Kopecky wel keuzes moeten maken. “Ze heeft nog moeite om constant te presteren op de weg, maar dat is niet meer dan logisch omdat ze de weg, cross en gravel combineert. Ze heeft talent, maar ze zal het verstandig moeten aanpakken, niet te snel te veel te willen.”