De Belgen behoren bij de favorieten voor de eindzege in de olympische wegrit van zaterdag. Speerpunten Remco Evenepoel en Wout van Aert krijgen natuurlijk bijzonder veel aandacht van de concurrentie, maar ook Tiesj Benoot en Jasper Stuyven azen op een medaille in Parijs.
“De Spelen zijn een uniek en speciaal evenement. Ik probeer hier een beetje te genieten, de sfeer op te nemen en bewust mee te maken. Maar langs de andere kant ben ik bezig met zo goed mogelijk aan de start te komen", aldus Stuyven op de persbabbel. De ervaren wegkapitein ging net als Van Aert tegen de vlakte in Dwars door Vlaanderen, maar bewees nog maar eens zijn goeie vorm in de Tour de France.
Rolverdeling
“Wat mijn taak zal zijn? Het is nog een beetje afwachten wat de koerssituatie wordt. Of het een lange koers is of niet. Of er landen zijn die vroeg willen openbreken. Of het een defensieve koers wordt? Mijn rol zal afhangen van die vragen. Maar ik denk wel dat het de bedoeling is dat ik ook mijn eigen kans kan gaan. Als je maar met vier bent, is het normaal dat je vier sterke renners selecteert die een zware koers kunnen winnen.”
“Uiteraard hebben we nu twee jongens als de kopmannen”, herhaalt Stuyven. “En dan is het vooral aan ons om te zorgen dat we met die jongens in de zo goed mogelijke situatie kunnen naar het moment dat het moet gebeuren."
"Het is niet onterecht dat de concurrentie naar ons kijkt. Anderzijds, dat doen ze ook op de wereldkampioenschappen. En toch hebben we de voorbije jaren op zich enkel met Remco gewonnen. Dus dat wil niet zeggen dat je blind niet naar de anderen moeten kijken.”
Medaillejacht
Remco Evenepoel kan alvast met wat minder druk aan de start verschijnen na zijn winst in de olympische tijdrit. Ook Wout van Aert deed het er uitstekend en pakte brons. "Ik denk dat voor hen de druk er wat af is. Voor mij verandert er in principe niet zo veel",pikte Benoot in.
"Ik ben altijd alleen met de wegrit geweest en ik vind dat we hier ook voor de medaille moeten en we kunnen voor de medaille gaan. Dus dan verandert die ambitie niet, maar het brengt wel iets meer rust in de ploeg, denk ik.”