Zijn terugkeer in het veld was van kortstondige duur (er waren nog maar 3 wedstrijden te rijden, nvdr), maar intussen mag Toon Aerts zich wel opnieuw renner noemen. En hij geniet er meer van dan ooit tevoren. Zo is hij nu ook vaker te zien op de weg, maar zeker ook op de gravelbike.
Gravel als nieuwe liefde
Daar boekte hij eind april meteen een eerste succes. Aerts won de Gravel Fondo Limburg. “Mijn gravelavontuur begon dit jaar dus meteen goed”, zegt de renner tegenover Wielerflits. “Ik amuseer me ook echt heel hard in die gravelwedstrijden.”
“Het gaat ook gewoon goed, dat maakt het ook leuk. Ik heb twee jaar niet kunnen koersen, dat doet heel veel met een mens. Ik heb heel hard gewerkt en getraind om goed te zijn en daar profiteer ik nu van.”
Het gravelracen blijkt Aerts bijzonder goed te liggen. Denkt hij aan een volgende carrière?
Er is de nodige twijfel. “Gravel past bij mijn profiel. Ik kan er mijn kwaliteiten gebruiken. Je moet niet te veel nadenken, gewoon hard rijden en knotsen. Dat ligt me wel. Maar de vraag is natuurlijk of je daar een profcarrière mee kan uitbouwen?”
Carriereswitch?
Maar in principe is het antwoord van Aerts op bovenstaande vraag gewoon ‘ja’. De financiële kant van het verhaal houdt dit voorlopig tegen, maar als het van de renner afhangt zien we hem straks meer op de gravelfiets. “Het is nu wel heel chic en de wedstrijd in Valkenburg winnen is zeker knap. Sponsors hebben dat ook wel graag, gravel. Zeker de fietsenmerken, die staan er wel voor te springen.”
“Maar om er voltijds je job ervan te maken, dat is nog lastig. Ik denk dat de cross voorlopig nog interessanter is. Of ik het wel zou willen? Ja, want ik vind het wel heel leuk. Het is de perfecte combinatie van het technische van het crossen en het hard en lang rijden van de wegkoersen, maar zonder de risico’s”, aldus Aerts.