Terwijl het ene deel van het peloton zich via het Critérium du Dauphiné voorbereidt op de Tour de France, komt een andere portie aan de start in de Ronde van Zwitserland. Er wacht de renners een loodzware editie.
Een blik op de erelijst van de Tour de Suisse voor deze eeuw leert dat het eigenlijk helemaal niet zo voordelig is om de prachtige Zwitserse landschappen te bewonderen, wanneer je ook daadwerkelijk zinnens bent de Tour de France te winnen.
Slechts twee renners lukte het in deze eeuw om de dubbel te realiseren: Lance Armstrong (al werd hij later uit beide uitslagen geschrapt) in 2001 en Egan Bernal in 2019. Wellicht is daarom de laatste jaren de kwaliteit van de startlijst net iets minder dan in ‘de Dauphiné’.
De eerste
De allereerste editie van de Ronde van Zwitserland werd alweer georganiseerd in het jaar 1933. De Zwitserse Motorwielrijdersbond had een groot aandeel in het organiseren van deze koers die door de jaren heen vaak van datum, lengte en sponsoren is veranderd.
Voor de eerste editie kwam de uiteindelijke winnaar Max Bulla, een Oostenrijker, per nachttrein richting het Zwitserse land nadat hij eerst in Antwerpen en Troyes een koers had afgewerkt. Met twee ritzeges en een voorsprong van ruim negen minuten op Albert Büchi was Bulla ruim te sterk.
De laatste
Met in totaal meer dan 38 kilometer aan tijdrit en drie bergetappes was de Tour de Suisse ook vorig jaar een absoluut paradepaardje voor de klassementsrenners. Vooraf waren drie renners favoriet: Juan Ayuso, Remco Evenepoel en Mattias Skjelmose. De kans op een jonge eindlaureaat was aanzienlijk.
Nadat de Deen de eerste bergrit richting Villars-sur-Ollon won, kwam hij in het geel te rijden. Richting Leukerbad nam de Oostenrijker Felix Gall de leiderstrui over, maar Gall kon niet in de voetsporen van Bulla treden.
De laatste bergetappe over de Albulapass naar La Punt zal voor altijd een zwarte bladzijde in de geschiedenis van de ronde vormen. Na een val in de razendsnelle – zij het niet bijzonder technische – afdaling richting de finish overleed Gino Mäder.
De rest van de ronde stond in het teken van het eren van de thuisrenner. Op de slotdag stond nog wel een tijdrit op het menu, waarin Ayuso in extremis (na ritwinst in La Punt) de ronde op zak leek te gaan steken. Echter had Skjelmose zijn klokproef perfect ingedeeld, om zo nog negen tellen over te houden. Evenepoel werd, na een ritzege in Weinfelden, nog derde in het klassement.
De route
De organisatie van de Ronde van Zwitserland is niet vies van het werk tegen de klok op de openingsdag. Deze eeuw werd slechts vijf keer aangevangen met een rit in lijn en ook nu trapt een proloog alles af. Een kleine vijf kilometer met een waanzinnig oogstrelend parcours: vier bochten naar links. De start en finish liggen amper 200 meter uit elkaar in de hoofdstad van Liechtenstein, het pittoreske Vaduz.
De spurters die het wagen te starten in de Zwitserse rittenkoers zullen waanzinnig goed moeten kunnen klimmen. De eerste rit in lijn van Vaduz naar Regensdorf kent namelijk in de finale een beklimming over de Regensberg, van bijna vier kilometer aan een kleine zes procent. De finale is ook nog eens vrij technisch.
Als een sprinter het dus heeft gewaagd om aan de start te staan, kan deze best na de tweede dag al afstappen. Vanaf rit drie draait het enkel nog om de klassementsmannen. Een waanzinnige etappe richting Rüschlikon kent een spectaculaire finale over onder meer de Albispass, om aan de oostoever van de Zürichsee te eindigen op een steil pukkeltje richting de school van Rüschlikon.
Vanuit diezelfde locatie zet men op de vierde dag koers richting de mooiste streek van – naar onze mening – het schoonste land van Europa. Ticino heeft de eer om deze editie twee etappes te verwelkomen, de vierde rit komt aan op de Gotthardpass. Steil, in delen belegd met kasseien en soms onregelmatig: ingrediënten voor een smaakvolle finale!
Ambrì en Carì verzorgen de start en aankomst een dag later en liggen amper vijftien kilometer uit elkaar. De organisatie heeft echter alsnog een etappe van bijna 150 kilometer uitgetekend, waarbij onderweg ook al eens de zware slotklim in delen aan wordt gedaan.
Vanuit Locarno, aan de noordzijde van het idyllische Lago Maggiore, trekt men dan weer noordwaarts. Onderweg gaat het peloton over de majestueuze Nufenenpass, waarna een lange afdaling volgt en een korte, maar ultrasteile slotklim naar Blatten de hoofdmoot vormt.
Update: de organisatie van de Ronde van Zwitserland heeft vanwege aanhoudende sneeuwval besloten de Nufenenpass te schrappen. Hoe de rit er nu uit komt te zien, is nog niet bekend!
Op de voorlaatste dag is het, wat een verrassing is dat, opnieuw aan de klimmers. Er volgt een rondje Villars-sur-Ollon en dat twee keer. Vanuit de startlocatie gaat het richting de top van de Col de la Croix, waarna er na het beneden komen in Aigle nog eenzelfde ronde volgt richting Villars-sur-Ollon en vervolgens de Col de la Croix. In de slotronde wacht ‘enkel’ nog de klim richting de start- en aankomstplaats.
Als men de beklimming richting Villars-sur-Ollon na tweemaal op de voorlaatste dag nog niet goed genoeg kent, krijgt het peloton op de slotdag de mogelijkheid dit wél te doen. De Ronde van Zwitserland sluit namelijk af met een heuse klimtijdrit. Vanuit het mondiale epicentrum van de wielersport in Aigle rijden de renners eerst vijf vlakke kilometers, voor de klim richting Villars-sur-Ollon wordt aangedaan. We vermoeden dat een goede klimmer deze ronde gaat winnen, maar we kunnen verkeerd zitten…
De favoriet
Hoewel de winnaar van vorig jaar zijn titel in deze editie verdedigt, durven we niet met zekerheid te stellen dat de Deens kampioen ook daadwerkelijk de topfavoriet is. Wellicht moeten we toch meer naar de namen gaan kijken die ook in de Tour de France hoge ogen zouden moeten gooien.
Hoewel veel renners op hetzelfde niveau lijken te zitten, wat dat betreft wordt deze Tour de Suisse waarschijnlijk om van te smullen, pikken we er toch één naam uit: Richard Carapaz. De regerend olympisch kampioen, die voor Ecuador zijn titel overigens niet mag verdedigen in Parijs – Jhonatan Narváez mag het proberen, komt steeds beter in vorm en is ook ex-winnaar.
De outsiders
Met het rugnummer één hebben we gelijk een van de grote kandidaten te pakken. We bespraken hem al even: Mattias Skjelmose. Wat bij Lidl-Trek interessant is, is de deelname van Thibau Nys – net zoals vorig jaar – aan de Zwitserse rittenkoers. Er liggen zeker twee kansen op ritwinst en wie weet wat onze jongste Belgische troef kan vanuit een lange vlucht?
De concurrentie voor Carapaz en Skjelmose zit zoals reeds gezegd ongeveer op hetzelfde niveau: Enric Mas en Egan Bernal zijn bijvoorbeeld namen die perfect in het rijtje passen, net als João Almeida en de goed in vorm verkerende Lenny Martinez.
Vanuit Belgisch oogpunt is het uitkijken naar Maxim Van Gils. Of kan Cian Uijtdebroeks bij zijn terugkeer er gelijk weer staan? Andere opvallende klassementsnamen op de startlijst: Emanuel Buchmann, Isaac Del Toro, Felix Gall, Wilco Kelderman, Kévin Vauquelin, Yannis Voisard en Adam Yates.
De sterren
Dat brengt ons tot de volgende sterrenverdeling:
****
Richard Carapaz
***
Enric Mas & Mattias Skjelmose
**
João Almeida, Egan Bernal & Adam Yates
*
Emanuel Buchmann, Felix Gall, Lenny Martinez & Maxim Van Gils
De televisie
Iedere dag zal de koers vanaf ongeveer 15:00 uur te zien zijn. Dat kan telkens via Eurosport.
Geniet van de Ronde van Zwitserland!