Het is nog wel even tot de Olympische Spelen – de wegritten op 3 en 4 augustus – maar toch maakte Nederland hun selecties deze week al bekend. Dat deden ze ook bij de dames waar ze – hoe kan het ook anders – met een topformatie aan de start zullen verschijnen.
Wiebes kopvrouw
Demi Vollering, Ellen van Dijk, Marianne Vos en Lorena Wiebes. Dat is de Nederlande ploeg voor de Olympische Spelen. Van Dijk rijdt ook nog de tijdrit. Namen als Shirin van Anrooij, Puck Pieterse, Mischa Bredewold of Yara Kastelijn vielen dus naast de boot. “Het was geen gemakkelijke keuze”, trapt bondscoach Loes Gunnewijk dan ook een open deur in bij de NOS.
“Het niveau van de Nederlandse rensters is hoog. Op basis van het parcours hebben we verschillende scenario's uitgewerkt. We hebben gekeken naar het mogelijke koersverloop, de tijdrit en de vaardigheden die ervoor nodig zijn. Daar horen deze vier namen bij”, aldus Gunnewijk.
Om vervolgens met een bijzonder straffe uitspraak te komen. “Lorena (Wiebes, nvdr) zal de kopvrouw zijn”, wist Gunnewijk immers te verklappen. “We hebben meerdere ijzers in het vuur. De concurrentie zal het lastig hebben met deze groep.”
Dan is het maar de vraag hoe dit zal aankomen bij voornamelijk Demi Vollering. Zij is immers toch ontegensprekelijk – samen met Lotte Kopecky dan – de beste wielrenster van het moment. Je zou kunnen denken dat dit parcours haar als klimster zijnde niet perfect ligt, maar kan ze in wedstrijden als De Ronde van Vlaanderen of de Amstel Gold Race – toch enigszins vergelijkbaar met de olympische wegrit – meer adelbrieven voorleggen dan Wiebes.
Teambuilding
Een gewaagde zet dus, zeker omdat het in het verleden wel al eens rommelde binnen de selectie. Dat willen ze nu voorkomen. “Daarvoor hebben we teamdagen georganiseerd en persoonlijkheidsanalyses uitgevoerd. We hebben gekeken hoe ze elkaars kwaliteiten het beste kunnen benutten en hoe ze elkaar daarin kunnen versterken.”
“Normaal gesproken kom je twee dagen voor een kampioenschap bij elkaar. Door middel van de teamdagen hebben ze elkaar op andere manieren leren kennen. Dat is vernieuwend en zeer effectief geweest”, beweert de bondscoach vol overtuiging, die intussen een ander pluspunt ziet voor Nederland. Dat ook met dank aan onder meer België en Lotte Kopecky.
"De laatste jaren heeft de druk bij Nederland gelegen, maar je ziet nu ook dat andere landen heel sterk zijn en ook hun verantwoordelijkheid nemen”, stelt Gunnewijk immers. “De top is gewoon veel breder geworden en er is veel meer uitdaging. Kijk maar naar de voorjaarsklassiekers, waar we iedere keer een mooie finale gezien hebben en het elke keer een spel tussen de ploegen werd.”