Julian Alaphilippe bewees afgelopen donderdag nog maar eens waarom hij nog steeds tot de wereldtop behoort. De Fransman van Soudal Quick-Step zette de twaalfde etappe in de Giro d'Italia naar z'n hand na een avontuur van maar liefst 125(!) kilometer. Een prestatie die ook bij zijn collega's monden deed open vallen.
Quinten Hermans (Alpecin-Deceuninck) reed gisteren als derde over de streep nadat hij de sprint verloor van Jhonatan Narvaez (INEOS Grenadiers) "Het was voor het peloton heel lastig om alles te controleren, waarop ze een grote groep lieten gaan", klonk het bij Cycling Pro Net.
"Op een gegeven moment moet je in zo'n grote groep dan wel voor een schifting zorgen. Anders wordt er niet samengewerkt en zijn er veel sleepers. Ik denk dat dat op zich wel lukte, met een sterke groep van negen man. Helaas voor ons was Alaphilippe daarvoor al vertrokken. Hij had echt goede benen."
Grote kampioen
Tadej Pogacar was eveneens onder de zege van wat Alaphilippe resteerde. "Ik ben heel blij om hem te zien winnen, vooral ook de manier waarop. Het was gekkenwerk en monumentaal, maar een geweldige rit. Alleen grote kampioenen kunnen zo winnen, dus hij heeft de zege verdiend."
Goeie vriend
Na zijn zege viel Matteo Trentin, nu actief bij Tudor Pro Cycling Team, zijn ex-ploegmaat meteen in de armen. "Julian is in de eerste plaats een vriend. Ik heb hem prof zien worden en heb drie jaar met hem gekoerst. Vrienden zijn we altijd gebleven en het is mooi om te zien dat zo'n kampioen nu op deze manier terugkomst, na zoveel problemen te hebben gehad."