Het Giro-peloton trekt alsmaar meer naar het noorden van het land. De sprinters komen een laatste keer aan zet voor de tweede rustdag. Kan Tim Merlier nog eens toeslaan?
Met een peloton vol renners die last hebben van een verkoudheid of andere ziekteverschijnselen zetten we koers richting de Alpen. De snelle mannen komen nog één keer deze week aan zet, want op zaterdag volgt een tijdrit en op zondag een aankomst bergop.
De start
Starten doen de renners in Riccione, een van de meest bekende badplaatsen aan de Adriatische Zee. Het krioelt er van de toeristen, maar dat weerhoudt de stad er niet van om immer groen te blijven. Riccione staat dan ook bekend als ‘Perla verde dell’Adriatico’: de groene parel van de Adriatische Zee.
Riccione is volledig ingesteld op het toerisme en is samen met Rimini een van de belangrijkste badplaatsen aan dit gedeelte van de Adriatische kust. Belangrijk is de Viale Ceccarini, een weg die de mensen vanaf het treinstation naar de zee leidt. Ook de haven valt vaak goed in de smaak.
Riccione is een bekende naam in de wielerwereld, omdat het ieder jaar een vaste start- en aankomstplaats is in de Settimana Internazionale Coppi e Bartali. Dit jaar won bijvoorbeeld Koen Bouwman de derde etappe van en naar Riccione. De laatste keer dat de Giro d’Italia in Riccione aankwam was in 1989, de laatste start vijf jaar geleden; Primoz Roglic won de tijdrit richting San Marino.
De aankomst
Zeg je Cento, dan zeg je carnaval. Echt waar? Jazeker. Cento is een van de bekendste en oudste carnavalssteden van Europa. Al aan het begin van de zeventiende eeuw vierde men rijkelijk uitgedost feest in de straten van deze gemeente in de regio Emilia-Romagna.
Il Guercino, een Italiaanse kunstschilder uit de barok die als naam eigenlijk Giovanni Francesco Barbieri droeg, tekende dit meer dan eens op in zijn kunstwerken. Guercino is de meest bekende naam die afstamt van Cento.
De belangrijkste bezienswaardigheid? De Rocca di Cento, een verdedigingswerk dat reeds in 1378 werd gebouwd, om de wens van de inwoners van Cento om autonoom te worden tegen te gaan. Door de jaren heen werd het vaak herbouwd en gerestaureerd en inmiddels is dit een toeristische trekpleister geworden. Eén keer eerder was Cento betrokken bij de Giro d’Italia: in 1995 won Jan Svorada er de massaspurt.
De route
Vanuit Riccione zoekt het peloton via de doorgaande weg langs Rimini het binnenland op, richting Cesena en Forlì, twee bekende locaties voor de Giro d’Italia. In Villanova ligt dan een tussensprint voor de puntentrui weggelegd, waarna de renners eindelijk eens wat minder slaapverwekkende kilometers zullen maken.
Op weg naar de Intergiro-sprint in Lugo is het ook allemaal weinig draaien en keren, bij de bonificatiespurt in Conselice is er ook nog niet heel veel aan de hand, maar in de finale gaat het los.
In de laatste vijftig kilometer is het veel draaien en keren, waarna het in Cento nog even echt opletten geblazen is. Op net iets minder dan drie kilometer van de meet volgt een haakse bocht naar rechts, waarna op anderhalve kilometer van de finish een boobytrap ligt voor de sprintersploegen: rechts, links en weer rechts op nauwelijks 200 meter tijd.
Het voordeel hiervan is dat het waarschijnlijk op een lint zit in de slotkilometer, waarna een geniepige bocht naar rechts op net iets minder dan 500 meter van de streep op de Via Ferrarese een laatste hindernis vormt. Dan is het spurten geblazen!
De favoriet
In Fossano nam Tim Merlier de maat van hem en in Napoli was het Olav Kooij die de Italiaan vloerde, maar na twee zeges in massasprints kunnen we niet om Jonathan Milan heen. Met recht en rede draagt hij de ‘Cyclamino’-trui die het puntenklassement met zich meebrengt.
De spurter van Lidl-Trek heeft in zijn ploeg de ideale trein gekregen met Jasper Stuyven, Edward Theuns en Simone Consonni. Eens de 23-jarige snelle man aan kop zijn eindschot kan beginnen, is hij moeilijk te kloppen.
De outsiders
De grootste schaduwfavoriet hebben we dan meteen ook maar benoemd. Tim Merlier is na Milan de snelste man in deze Giro d’Italia, alleen voelt wat hij ook in andere grote rondes reeds voelde: dat het krachtenarsenaal wat aan kwaliteit inboet naarmate de wedstrijd vordert.
Daarnaast staan er nog heel wat sprinters droog in deze Giro: Phil Bauhaus, Alberto Dainese, Caleb Ewan, Fernando Gaviria, Kaden Groves, Juan Sebastián Molano en Laurence Pithie zijn daarbij de belangrijkste namen. Wie klopt Milan in de carnavalsstad?
De sterren
Dat zorgt voor de volgende sterrenverdeling:
****
Jonathan Milan
***
Phil Bauhaus & Tim Merlier
**
Alberto Dainese, Kaden Groves & Juan Sebastián Molano
*
Fernando Gaviria, Giovanni Lonardi, Laurence Pithie & Danny van Poppel
De televisie
De volledige Giro d’Italia is van de eerste tot de laatste kilometer live te volgen via Eurosport en Discovery+. Vanaf 13:10 uur gaat men daar live met in de finale het commentaarduo Jeroen Vanbelleghem en Karsten Kroon.
Daarnaast kan men op VTM inschakelen voor de Giro, waar Michel Wuyts en Jan Bakelants het commentaar zullen verzorgen.
Viva il Giro, geniet van de koers!