De carrière van Sanne Cant behoort bijna tot de geschiedenisboeken. Komend weekend nog de Sluitingsprijs in Oostmalle en het zit er helemaal op. De kans lijkt best groot dat we haar vanaf volgend jaar aan de slag zullen zien als analiste. Iets dat ze ook nu al geregeld doet, en ze is niet bang om haar mening te spuien.
UCI moet ingrijpen
Zoals over de drukke kalender in het veldrijden bijvoorbeeld. En dan meer bepaald de kalender van de Wereldbeker die vanaf dit seizoen op amper twee maanden tijd werd afgewerkt. De UCI heeft daar de bedoeling om zoveel mogelijk de toppers die ook op de weg rijden (Van der Poel, Van Aert, Pidcock, Van Empel, Pieterse,…) aan de start te krijgen.
Maar velen zijn geen voorstaander. Sven Nys is daar één van, net als Cant: "Ik vind het een slechte zaak. Iedereen is momenteel doodop”, merkt ze bij haar collega’s. "Zo'n compacte kalender vraagt erg veel van je lichaam. En als je een keer ziek bent, kan je het schudden. Daarom vind ik het beter om die Wereldbekerwedstrijden weer te spreiden over het seizoen."
Al snapt ze de bedoeling wel van de UCI, maar merkt ze bij Sporza ook op dat het weinig zoden aan de dijk brengt. "Bij de UCI willen ze het heel interessant maken voor de toppers van de weg. Dat snap ik, maar niet allemaal in december. Die toppers pikken hun wedstrijden er toch uit. En wij moeten onze wedstrijden niet op hen afstemmen.”
In de tuin werken
Haar eigen carrière zit er dus wel bijna op, en Cant ziet die nieuwe fase in haar leven best zitten. "Ik kijk er echt naar uit. Echt trainen doe ik deze week niet meer, woensdag wil ik wel het parcours een keer verkennen."
En wat ze gaat doen wanneer het echt gedaan is? Daar hoeft ze niet lang over na te denken. "Dan heb ik eindelijk tijd om te werken in de tuin. Dat is nodig. Voorts ga ik mijn koersspullen opruimen zodat ik rust kan vinden. Die moeten het huis uit."