Geen derde Monument van het jaar voor Mathieu van der Poel. De Nederlander van Alpecin-Deceuninck moest vrede nemen met de derde plaats in Luik-Bastenaken-Luik. Kan hij de ongenaakbare Tadej Pogacar ooit kloppen in La Doyenne?
Van teleurstelling geen sprake bij Alpecin-Deceuninck en Van der Poel. "Ik ben hier ‘happy’ mee”, vertelde de wereldkampioen aan Het Laatste Nieuws na zijn aankomst. “Tot vijf kilometer voor het einde geloofde ik niet in het podium. Iedereen kon zien dat dit het hoogst haalbare was voor mij."
Keiharde realiteit
Ook vader Adrie zag dat brons het hoogst haalbare was voor zijn zoon afgelopen zondag. "Ik vind dit een heel positieve uitslag. Meer zat er niet in. Pogacar was outstanding. Als hij gaat op die steile bergjes, kan Mathieu gewoon niet mee. Dat is de keiharde realiteit."
Sportief manager Christoph Roodhooft kan zich alleen maar aansluiten bij die mening. "De logica is gerespecteerd. Als Pogacar gezond en wel is, is het bijzonder moeilijk om hem hier te kloppen. Maar ik vind dit een ‘wrede’ prestatie van Mathieu. Op honderd kilometer van de streep was de koers eigenlijk gedaan, maar hij is blijven vechten. Dit was op veerkracht en absolute klasse."
Toekomst
Van der Poel beseft zelf dat Pogacar héél moeilijk te kloppen is, maar niets is onmogelijk. "Mijn mening is niet veranderd. Als Pogacar een goeie dag heeft, kan ik hem niet volgen, ook niet met mijn benen van de Ronde of Roubaix. Maar je weet nooit. Hij kan ook een slechte dag hebben. Hoop ik toch.”