Het is eindelijk zover: Toon Aerts duikt terug het veld in. En wat zal de menigte hem dit gunnen. Maar ook hijzelf staat uiteraard te springe.
Dat blijkt andermaal uit een interview tegenover Het Laatste Nieuws. Aerts staat vlijmscherp. “Ik ben zelfs iets lichter dan vroeger. Ik heb hier twee jaar op gewacht, mijn motivatie was groter dan ooit. Ik denk dat ik een betere sporter ben dan vroeger: ik weeg mijn eten af, ik doe elke dag core stability, ik heb meer karakter om te leven als een prof.”
Duidelijke taal. “Ik weet dat ik conditioneel echt goed ben, maar koersen is nog iets anders. Ik ga niet liegen: ik heb twee jaar zitten wachten om weer te crossen, en van wat droom je al die tijd: van winnen. Ik zou supergraag één van die drie wedstrijden winnen (Sint-Niklaas, Brussel en Oostmalle, red.), maar ik weet niet wat haalbaar is.”
Meester Thijs
Vorig jaar – in een moeilijke periode – verzette Aerts zijn zinnen als leerkracht. Dat was niet makkelijk. “Dat lesgeven was zoeken, ik had jaren niet voor de klas gestaan. Ik gaf LO aan het vijfde en zesde middelbaar, in de beroepsrichtingen bakkerij, restaurant en verzorging. De zware gasten...”
Maar een mysterie heeft hij nooit over zichzelf willen creeeren. “Ja, ik merkte dat heel veel jongens goed wisten wat er gebeurd was. Als je mijn naam in Google intikt, kom je meteen op de artikels terecht. Sommige reacties waren hard, maar ik ben altijd open geweest. Ze mochten altijd afkomen met vragen.”
“Sommigen dachten dat ik een drugsverslaafde was - degenen die niks afwisten van doping. Als er echt rotopmerkingen kwamen, namen de meisjes in de klas het vaak voor me op - die vonden dat dat niet hoorde.”