Bij Alpecin-Deceuninck vieren ze zaterdag de grote terugkeer van Mathieu van der Poel in het veld. De Nederlander heeft deze winter een opvallend groter programma dan zijn grootste concurrenten.
En dan hebben we uiteraard over Wout van Aert en enigszins ook nog Tom Pidcock. Volgens ploegleider Christophe Roodhooft zit zijn programma goed in elkaar. “Het is een pittig programma, maar alles ligt wel mooi gebald. Vorig jaar hebben we één cross gedaan voor de winterstage en de rest erna. Dat was niet de beste keuze, omdat alles heel dicht op elkaar geplakt raakte. Nu zit het programma beter in elkaar.”
Van der Poel gaf onlangs wel aan om te overwegen met crossen de komende jaren. Roodhooft hoopt dat dat maar loze woorden waren. “Ik hoop van niet, maar voor een stuk snap ik Mathieu wel: een cross is ook elke keer een mentale inspanning in een grote massa mensen. Maar als ik nu zijn training heb gezien in het bos in Lichtaart, dan heb ik wel de indruk dat hij alles wat hij daar mag/moet/kan doen nog heel leuk vindt.”
KLEINE PRIK
Maar uiteraard weer ook de ploegleider dat Van der Poel intussen grotere doelen heeft op de weg. “Dat is logisch voor een coureur van zijn kaliber. Het heeft met doelen te maken. Hij zit aan de top van de piramide, dan gaat het niet om ook nog je vierhonderdste cross winnen.”
Maar dit seizoen is hij wel de enige van de zogehete grote drie die straks het WK in Tabor rijdt. Wat Roodhooft daarvan? “Jammer voor de sport. Laat ik het daarop houden”, klinkt het toch enigszins gefrustreerd bij Het Nieuwsblad.