Egan Bernal kwam dinsdag pas als 34ste over de streep in de Ronde van Catalonië. De Colombiaanse berggeit is nog steeds naarstig op zoek naar zijn beste vorm na zijn knieblessure die hij opliep in de Vuelta a San Juan eerder dit jaar. "Ik ben al blij dat ik opnieuw kan koersen. Ik doe mijn best om mensen te inspireren.”
Begin vorig jaar kroop Bernal door het oog van de naald. Op een trainingsstage net buiten Bogota, Colombia, knalde hij tegen een stilstaande bus. Resultaat: een waslijst aan gebroken botten en wervels en een klaplong. De berggeit van INEOS Grenadiers moest maandenlang revalideren, maar zat als bij wonder vorig jaar al opnieuw op de fiets. Dit seizoen hoopte hij zijn niveau verder op te bouwen, maar een aanhoudende knieblessure gooide roet in het eten.
De Tourwinnaar van 2019 moest verstek laten gaan voor de Ruta del Sol en Parijs-Nice. In de Ronde van Catalonië hoopt hij nu eindelijk wedstrijdritme op te doen. "Dit is mijn eerste wedstrijd in de World Tour sinds mijn ongeval. Ik moet opnieuw gewoon worden aan dit tempo. Iedere dag is een test. Het doel is altijd alles te geven op de beklimmingen, want daar heb ik minder goed op kunnen werken tijdens mijn trainingskamp. Ik heb dit nodig om me weer op een goed niveau te brengen voor de toekomst", citeert Het Nieuwsblad Bernal.
Ondanks al zijn inzet blijft het een raadsel of we ooit nog de Bernal van weleer zullen terugzien. "Ik zal mijn best doen en proberen prestaties leveren, maar eerst zien hoe alles verloopt. Ik voel geen druk: niks moet. Ik ben vooral heel gelukkig dat ik nog leef na dat ongeluk. Het zou stom zijn om te veel druk op mezelf te leggen na die blessure. Ik ben heel blij dat ik terug kan koersen en bij het team ben, dus ik wil vooral genieten en mijn job doen."