Christophe Laporte – 8 procent
In ons lijstje bevonden zich maar liefst drie renners van Jumbo-Visma – niet verwonderlijk gezien het topjaar zij kenden – en daaruit kwam Christophe Laporte als minst verrassende. Uiteraard reed de Fransman een topseizoen in zijn debuutjaar bij TJV, maar blijken onze lezers duidelijk kenners die niet verrast zijn dat Laporte dit kon.
Jonas Vingegaard – 12 procent
Hetzelfde kan deels worden gezegd over Jonas Vingegaard, die in de Tour van 2021 al toonde over het potentieel te beschikken om in Parijs op het hoogste schavotje te staan. Om dit reeds het jaar nadien ook meteen te doen is echter wel straf. Desondanks moet hij het stellen met een gedeelde derde plaats.
Tobias Foss – 12 procent
Een gedeelde derde plaats, want zo haalde ook die andere renner van Jumbo-Visma 12 procent van de stemmen bij elkaar. Veel zagen we Tobias Foss dit jaar niet schitteren, maar dat hij zich dan plots tot wereldkampioen tijdrijden kon kronen maakte de verrassing dan ook des te groter.
Biniam Girmay – 20 procent
Zo komen we uit bij de top twee, waar Biniam Girmay genoegen moet nemen met de zilveren medaille. De Eritreeër toonde zich meteen in Parijs-Nice, om vervolgens ook in de E3 Saxo Bank Classic een knappe ereplaats te fietsen. In Harelbeke werd Girmay nog vijfde, twee dagen later knalde hij zowaar naar winst in Gent-Wevelgem.
Arnaud De Lie – 47 procent
Maar uiteraard is Arnaud De Lie dé verrassing van het jaar. De jonge Belg begon aan zijn eerste seizoen bij de profs, en wist iedereen te overdonderen met zijn prestaties. Maar liefst negen (!) overwinningen wist De Lie te behalen in zijn debuutjaar. Als neoprof zo je intrede maken, het is maar weinigen gegeven. De Lie is dan ook dé hoop van de Belgische natie voor de toekomst.