Mathieu van der Poel heeft zijn favorietenrol waargemaakt afgelopen zondag in de Ronde van Vlaanderen. De Nederlander reed een sterke wedstrijd, kwam amper in de problemen en maakte het meesterlijk af in de sprint.
Tadej Pogacar deed er nochtans alles aan om Van der Poel eraf te rijden. De Sloveen stormde de Vlaamse hellingen op, maar kreeg de renner van Alpecin-Fenix er maar niet af. Uiteindelijk leken ze onder hun tweetjes te gaan uitmaken wie de zege pakte. Dat was buiten Valentin Madouas en Dylan van Baarle gerekend. Dat tweetal kwam in extremis nog aansluiten, waardoor het uiteindelijk nog een sprint met vier werd.
Het was Van der Poel die daarin aan het langste eind trok. De cijfers op zijn Strava-profiel bewijzen wat voor een krachtontplooiing Van der Poel daarvoor uit de benen schudde. Het tempo voor de sprint daalde tot onder de 30 kilometer per uur. Maar dat was slechts een voorbereiding van wat er zou komen. De Nederlander sprintte vervolgens met maximaal 1406 watt naar de zege. In snelheid uitgedrukt ging hij van 34 naar 58 per uur, en dat na al uren op de fiets gezeten te hebben. Indrukwekkend.
PATERBERG
Ook de andere cijfers van Van der Poel tijdens de Ronde spreken enorm tot de verbeelding. Op de Paterberg bijvoorbeeld moest hij alles uit de kast halen om Pogacar te volgen. Dat leidde tot een gemiddelde van 649 watt. Eerder had hij op de Taaienberg al een recordtijd op Strava neergezet. Hij werkte de helling af in 13.10 minuten, dat zijn er vier sneller dan Wout Van Aert in 2020.