Het seizoen 2024 zit erop, en dus genieten de renners van welverdiende rust. Tegelijkertijd kunnen nu ook de nodige analyses volgen. Zoals van de ploegen bijvoorbeeld, waarbij we ons bij WielerNieuws zullen richten op de vier grootste ploegen uit de Benelux.
En dan kunnen de troepen van Patrick Lefevere en Soudal Quick-Step uiteraard niet ontbreken. Zoals dat steeds het geval is werd het voor hen andermaal een bewogen seizoen, gezien de spotlights steeds nadrukkelijk op hen worden gericht. Met name in het voorjaar is het contrast met enkele jaren dermate groot dat kritiek nooit ver weg is. Maar er waren ook meer dan voldoende pluspunten.
De puntenpakker
Laten we daar dan vooral mee beginnen. Uiteraard was er dit jaar opnieuw de constante factor van Remco Evenepoel, die in zijn eerste Tour de France meteen knap op het podium wist te eindigen. Daarnaast zullen uiteraard ook zijn twee olympische titels voor eeuwig in het geheugen gegrift staan van de wielerfans. Maar er was absoluut meer dan Evenepoel.
Want het wordt toch ook maar eens dringend tijd dat Tim Merlier de nodige bloemen krijgt toegeworpen. Al jaren een garantie op succes, eerst bij Alpecin, nu al twee jaar bij Soudal Quick-Step. En dit seizoen was toch echt wel een boerenjaar waarin Merlier kan worden bestempeld als beste sprinter uit het peloton. Het feit dat hij dit niet kon tonen op het grootste wielertoneel ter wereld, zijnde de Tour de France, heeft natuurlijk alles te maken met de aanwezigheid van Evenepoel.
Maar Merlier wist zich ook op ander terrein te onderscheiden. Twee zeges in het voorjaar met de Scheldeprijs en andermaal Nokere Koerse, gevolgd door een hattrick in de Giro d’Italia, waar dit seizoen toch wel een erg straf sprintersveld aan de start stond. Dat met onder meer Jonathan Milan, Olav Kooij, Biniam Girmay en Kaden Groves.
De sprinter van The Wolfpack liet echter andermaal zien dat hij tot de absolute top behoort, iets wat hij nog eens helemaal dik in de verf wist te zetten op het EK. Europees kampioen worden in eigen land, veel mooier kan het niet worden.
De revelatie
Er vielen dit seizoen eigenlijk wel meer revelaties te bespeuren bij Quick-Step: Warre Vangheluwe, William Junior Lecerf, Luke Lamperti, maar hun prestaties wegen toch niet op tegen die van Paul Magnier. Het feit dat de klasse er bij deze jonge Fransman van afdruipt zit daar zeker ook wel voor iets tussen.
Michel Wuyts stelde al in hem een toekomstig Ronde-winnaar te zien. Grote woorden, maar zeker niet uit de lucht gegrepen. In zijn eerste seizoen als prof – wat eigenlijk zelfs nog niet het geval was, want Magnier koerste nog veel bij de beloften – werden al meteen grote successen geboekt.
In zijn eerste wedstrijd voor de ploeg – Trofeo Ses Salines-Felanitx – schoot hij zowaar al meteen raak. Vervolgens kwam er ook een ritzege in Ronde van Oman. In de Giro Next Gen knalde hij vervolgens met overmacht naar twee ritzeges én de groene puntentrui. Afsluiten deed Magnier met een hattrick in The Tour of Britain, deze keer dus wel terug tussen de profs.
Het moge duidelijk zijn: een ruwe diamant die zich dit seizoen makkelijk te slijpen toont. Wees niet verbaasd dat we Magnier volgend seizoen al meteen grote(re) koersen zien winnen. De vergelijking met ene Wout van Aert werd al gemaakt, en gezien zijn capaciteiten, motor en polyvalentie lijkt die zeker steek te houden.
De ontgoocheling
Helaas waren er uiteraard ook de nodige teleurstellingen dit seizoen. We gaven het al aan: in het echte klassieke voorjaar is het niet meer wat het is geweest. Hoeft op zich niet dramatisch te zijn. Het zou in principe ook te kaderen vallen. Alleen… met mannen als Julian Alaphilippe, Kasper Asgreen of zelfs een Yves Lampaert in de kern mag er toch meer worden verwacht.
Voornamelijk die twee eerstgenoemde lieten immers al zien over de inhoud te beschikken in een Ronde van Vlaanderen. Asgreen won in 2021, Alaphilippe deed een jaar eerder voor zijn aanrijding met een motard mee voor de zege. Bij deze jongens mogen we dus met recht en rede spreken over een (andermaal) ontgoochelend seizoen.
We durven vermoeden dat Patrick Lefevere het hiermee volmondig eens zal zijn. Hijzelf wees zijn renners immers al meermaals op hun plichten, zelfs in de media. Straks vertrekt het duo, en luidt er officieel een nieuw tijdperk in.
De doelstelling
Of althans: dat zou je dan toch verwachten. Want wie gaat er volgend seizoen meedingen naar de prijzen in de grote klassiekers? Er is zoals bovenstaand aangegeven wel wat talent aanwezig, maar alle hoop op die jonge schouders laten rusten zullen ze bij de ploeg zeker niet doen. Verwachtingen moet er dus niet zijn, zodoende is de blijdschap na een eventuele sterke prestatie des te groter.
Dat het op het klassieke vlak wat minder is/zal zijn, heeft uiteraard te maken met de shifting richting het rondewerk. Evenepoel moet zo goed mogelijk ondersteund kunnen worden en dat zorgt ervoor dat de centen meer die richting uitgaan. Dat valt ook opnieuw te zien aan de transfers voor volgend jaar, met Maximilian Schachmann, Valentin Paret-Peintre en Ethan Hayter.
De score
Goed, een score voor dit seizoen dan, waarbij ze bij Soudal Quick-Step toch best tevreden mogen zijn. Zoals aangegeven voornamelijk door Evenepoel en Merlier. Zij zorgen ervoor dat het toch richting een 8 op 10 gaat, want de kopmannen in de kasseiklassiekers lieten het volledig afweten. Zonder dit duo hadden het dan ook makkelijk twee punten minder geweest.