De Vuelta is volop aan de gang, vandaag staat alweer de zevende etappe op het programma. Remco Evenepoel pakte gisteren de rode leiderstrui over van de Fransman Molard en tracht die te verdedigen tot de tijdrit volgende week dinsdag. Maar niet voor alle Belgen loopt de Ronde van Spanje van een leien dakje.
De 22-jarige Henri Vandenabeele (Team DSM) werd vorig jaar nog derde in de Ronde van Italië voor beloften, maar zijn eerste grote ronde bij de profs verloopt verre van ideaal. De jonge Belg kende een mindere voorbereiding en draagt daar nu, jammer genoeg, de gevolgen van. "Je hebt het gevoel dat je voor niets werkt", klonk hij teleurgesteld bij Sporza.
Vandenabeele moet in de Vuelta keer op keer vrede nemen met een plaats bij de laatste renners in het peloton. De klimmer kon ook in de berg -en heuvelachtige etappes niet overtuigen, wat normaal gezien zijn sterke punt is. "Het gaat niet super, maar dat was wel te verwachten", aldus de DSM-renner, waarvan de voorbereiding gebukt ging onder ziektes en pech.
"Ik ben een paar weken slecht geweest na een coronabesmetting en ik had maar één deftige trainingsweek voor deze Vuelta. "Mijn benen zitten vol en uitrijden is het maximum haalbare", zegt Vandenabeele, die nu al verlangt naar de rustdag van maandag. Ja, het is frustrerend, maar het is zo. Het is niet de eerste keer dit jaar dat dit me overkomt na een griepje in Catalonië en een coronavariant in de Dauphiné. Al heb je zo wel het gevoel dat je voor niets werkt."