Het veldritseizoen nadert zijn einde, en dat voelen de renners ook. Sowieso was het voor Eli Iserbyt andermaal geen makkelijk seizoen met zijn steeds terugkerende zenuwpijnen. Maar nu het hoogtepunt achter ons ligt, is het ook gewoon nog moeilijker om jezelf op te laden voor de wedstrijden.
Mentale moeheid
Dat hoogtepunt was uiteraard het WK in Liévin waar er andermaal geen maat stond op Mathieu van der Poel. Desalniettemin is het hierna ook voor andere renners zoeken naar opgeladen batterijen. Zo ook voor Iserbyt. “Die focus behouden na het WK, dat is altijd een beetje moeilijk. Een keer dat de wedstrijd bezig is, lukt dat wel.
“Maar deze ochtend en vanmiddag in de camper had ik het moeilijk om de juiste motivatie te vinden”, klonk het afgelopen zondag bij de renner van Pauwels Sauzen-Cibel Clementines. “Zeker omdat het voor mij op mentaal vlak geen makkelijk seizoen is geweest”, benadrukte hij nogmaals de problemen met zijn blessureleed.
Teugels laten vieren
En dat het moeilijker wordt om jezelf op te laden heeft zo ook zijn gevolgen naast de wedstrijd, geeft Iserbyt eerlijk toe. “Je gaat al eens sneller een frietje eten. Zondag na het WK heb ik een bezoekje gebracht aan de frituur”, knipoogde hij. Hij was zeker niet de enige. Zo zagen we via sociale media dat ook Wout van Aert voor dezelfde maaltijd koos na het WK.
Voor Iserbyt is het naar eigen zeggen overigens geen probleem. “Ik sta op dit moment gelukkig eigenlijk iets te mager en moet ik dus niet al te veel meer letten op wat ik eet.” Maar dat het allemaal toch zijn weerslag heeft is wel duidelijk, maar dan op het mentale vlak.
“Dit is een levensstijl voor ons. Wij zijn het gewoon om altijd op tijd te gaan slapen. Als je dan eens een keer wat later in je bed ligt, voelt dat al ongemakkelijk.” Met nog twee weekends voor de boeg zit het crossseizoen er overigens bijna helemaal op.