Biniam Girmay is veruit de beste Afrikaanse renner in het peloton. Hoe gaat de sprintbom van Intermarché-Wanty om met racisme in de professionele wielersport?
Girmay, die dit jaar nog aan de haal ging met de groene trui in de Ronde van Frankrijk, won enkele dagen geleden het Saitama Tour-criterium in Japan. Achteraf maakte hij tijd vrij voor het Spaanse Marca voor enkele vragen. Zo had de man uit Eritrea het over de sport, zijn fans en racisme in het peloton.
Liefde voor z'n dochter
Beginnen deed de 24-jarige Girmay met een terugblik op zijn Ronde van Frankrijk. De sprinter won er maar liefst drie etappes en ging aan de haal met de groene trui. "Maar ik ga niet zeggen dat dit het beste moment van mijn leven was. Dat was toen mijn dochter werd geboren", klinkt het.
Opvallend is dat overal waar Girmay aan de start verschijnt, heel wat fans uit Eritrea komen opdagen. "De fans uit mijn land zijn erg passievol", legt Girmay uit. "Wielrennen is enorm populair in Eritrea. Persoonlijk houd ik van een rustig leven. Ik geniet van de steun, maar ik ben eigenlijk niet graag de hele tijd omringd door andere mensen."
"Deze sport vereist veel rust", gaat Girmay verder over de nadelen van zijn populariteit. "Je moet trainen, herstellen en je strikt aan een programma houden. Toch begrijp ik het enthousiasme, want ze zijn ontzettend trots en willen me ontmoeten. Ik probeer ondanks alles mijn normale leven te leiden."
Racisme
Ook het onderwerp racisme werd aangekaart, een thema dat in veel sporten jammer genoeg aanwezig is. Maar niet in het wielrennen zo blijkt. "Ik heb in mijn hele loopbaan nog geen racistische incidenten meegemaakt. Ik ben overal goed behandeld. In andere sporten zien we regelmatig negatieve voorbeelden, maar in het wielrennen is het anders. Iedereen is enthousiast, ze moedigen me aan en steunen me."