Demi Vollering zal zaterdag na een periode zonder koers meestrijden voor het goud in de olympische wegrit. De Nederlandse neemt het op tegen onder andere Lotte Kopecky, maar hoe schat ze haar eigen kansen in?
"Dat vind ik lastig om te zeggen", begon Vollering bij Wielerflits. "Ook omdat ik nog niet zo heel veel grote tijdritten heb gereden in mijn leven. En zeker niet zo vlak. Normaal gesproken is dat niet per se iets wat mij heel goed moet liggen."
"Ik ben er wel achter gekomen dat het me wel goed ligt als de afstand wat langer is. Maar ik vind het heel moeilijk om te zeggen: ik weet zeker dat ik dit of dat resultaat ga behalen. Voor mij wordt het ook een hele beleving.”
Heel slecht asfalt
In Parijs moeten de vrouwen 32,4 kilometer racen tegen de klok. "Het is vlak en er zitten best wel flinke stukken rechtdoor in. Maar er zijn nooit stukken waar je echt relaxed kan liggen, omdat het asfalt heel slecht is. Vooral in het begin en aan het einde. Je bent altijd heel geconcentreerd op waar je moet rijden en kunt niet echt lekker brommeren.”
Wegrit
Vollering zal ook meedoen aan de olympische wegrit. Wat heeft de Nederlandse daarover te vertellen? "Het is ook vrij vlak. In het finalerondje zit nog wel een pittig klimmetje, maar ook dat is heel kort en explosief. Maar ja, we hebben natuurlijk ook Lorena bij ons. Als we met haar naar de streep rijden, zijn we in ieder geval zeker van een medaille.”