Remco Evenepoel heeft tijdens de tweede etappe in de Ronde van Frankrijk veel indruk gemaakt én de witte jongerentrui veroverd.
In de straten van Bologna sloot hij samen met Richard Carapaz aan bij Tadej Pogacar en Jonas Vingegaard, waarna de vier in dezelfde tijd finishten. Ze staan overigens ook samen aan de leiding, maar omdat Pogacar tijdens de eerste twee etappes hoger eindigde in de uitslag, mag hij het geel dragen.
Evenepoel strandde dus op amper één seconde (of drie plaatsen) van de gele leiderstrui. Morgen mag hij de witte jongerentrui om zijn schouders dragen en hij deelde een tik uit aan enkele concurrenten zoals Primoz Roglic. Na afloop kon hij dan ook niet anders dan gelukkig zijn.
"We hebben het goed gedaan vandaag", sprak Evenepoel met fonkelende ogen voor de camera van VTM. "Morgen geel zou fantastisch zijn, maar het zorgt natuurlijk ook voor extra werk voor de ploeg. We zullen het wel zien. Mocht het zo zijn, dan zal ik er alleszins enorm van genieten. Anders blijf ik gewoon in het wit, hé.”
Aanval Pogacar
Waarom hij de aanval van Pogacart op Côte de San Luca niet kon benatwoorden? "Op elk gevaarlijk punt zat de ploeg goed voorin. Enkel op een kilometer van de top van de laatste heuvel was er plots een klein breukje. Ik moest dan al een kleine aanval plaatsen om de kop van het peloton bij te houden."
Net op het moment dat Evenepoel weer kwam aansluiten, haalde Pogacar verschroeiend uit. "Door mijn inspanningen om het gat te dichten moest ik even naar adem happen en proberen mijn benen wat zuurstof geven."
Er was nog een adere reden waarom Evenepoel de aanval van Pogacar niet kon benatwoorden. "Door al het volk was het moeilijk om op te schuiven. Maar uiteindelijk kwam ik nog heel dichtbij. De benen zijn zeker aanwezig, misschien had ik direct kunnen volgen."
Carapaz
In de laatste rechte lijn kon Evenepoel toch nog de aansluiting maken. Richard Carapaz plakte in zijn wiel en nam niet over. "Jammer genoeg werkte hij niet mee", zei Evenepoel aan Het Nieuwsblad. "Anders waren we sneller teruggekomen. Ik denk dat hij niet beter kon. Ik heb tot het einde alles gegeven."