Tadej Pogacar ging dinsdag op impressionante wijze aan de haal met de overwinning in de tweede etappe van de Ronde van Catalonië. De Sloveen van UAE Team Emirates reed zowel Sepp Kuss als Cian Uijtdebroeks in de vernieling op de loodzware slotklim. Wat was er aan de hand?
Kuss kwam als twaalfde over de streep, Uijtdebroeks pas als 23ste. Vreemd, want beide coureurs staan ervoor bekend goede klimmers te zijn. Pogacar gaf hen echter geen schijn van kans op de beklimmingen van de Vallter 2000.
“Het was een zware dag en dat voel je dan zeker aan je benen", aldus Sepp Kuss op website van Visma-Lease a Bike. "Ik denk dat niemand nog heel fris was op het einde. Het was misschien niet onze beste dag, maar er komt nog heel veel aan. We moeten vooral vooruitkijken, als je het aan mij vraagt.”
Verkrampen
Ook Uijtdebroeks lijkt nog steeds strijdvaardig, al besefte hij wel dat Pogacar momenteel een niveau boven al de rest koerst. "Eigenlijk voelde ik mezelf meer dan goed. Bij de aanval van Pogacar moest ik passen, maar in een groepje daarachter kon ik goed mee. Echter kreeg ik het steeds kouder en alles verkrampte in de laatste kilometers."
"Ik kon weinig kracht meer zetten en toen was het een kwestie van sleuren naar de top. Ik hoop weer die goede benen terug te vinden. Er komen nog genoeg kansen en mogelijkheden voor de ploeg aan."
Nieuwe kans
"Ik denk dat Sepp en Cian er alles aan hebben gedaan om een goed resultaat te rijden”, stelt ploegleider Marc Reef dan weer. "Ze hebben gevochten en voor nu moeten we daar tevreden mee zijn. Sepp staat negende in het klassement, op veertig seconden van het podium. Dat biedt nog perspectief. Er komt weer een zware dag aan met hopelijk wat betere weersomstandigheden. Dan gaan we er weer voor."