Het seizoen 2024 zit erop, en dus genieten de renners van welverdiende rust. Tegelijkertijd kunnen nu ook de nodige analyses volgen. Zoals van de ploegen bijvoorbeeld, waarbij we ons bij WielerNieuws zullen richten op de vier grootste ploegen uit de Benelux.
Eerst aan de beurt: Alpecin-Deceuninck. De ploeg van de gebroeders Roodhooft mag alweer terugkijken op een (meer dan) geslaagde jaargang. Daar is hun gouden duo Mathieu van der Poel-Jasper Philipsen uiteraard niet vreemd aan. Maar toch duiken er na dit seizoen ook de nodige zorgen op, waar we eerder al hadden over bericht.
De puntenpakker
Beginnen doen we echter met het positieve, en dat doen we met te kijken naar wie de grootste puntenpakker was dit seizoen bij Alpecin-Deceuninck. In dit geval komen we dan eigenlijk – zoals bovenstaand al aangegeven – uit bij twéé namen: Van der Poel en Philipsen.
Uiteraard blijft dé vedette van de ploeg wel de uittredende wereldkampioen. Die regenboogtrui wist Van der Poel overigens dik in de verf te zetten met solozeges in De Ronde van Vlaanderen en Parijs Roubaix. Dat brengt zijn totaal aantal overwinningen in die wedstrijden op respectievelijk drie en twee. Fabuleuze cijfers voor de Nederlander.
Daarbij dient wel te worden gezegd dat er van concurrentie dit voorjaar amper of geen sprake was. Niemand die iemand met de klasse van Van der Poel wat in de weg kon leggen. Geen Van Aert op het toneel (valpartij in Dwars door Vlaanderen), en ook geen Pogacar in deze wedstrijden. Zij lijken zowat de enigen die de ster van Alpecin-Deceuninck wat in de weg zouden kunnen leggen.
Doet echter niets af van de verdienste van Van der Poel, maar de grootste stunt kwam er iets voordien wel al van Philipsen. Met Milaan-Sanremo schreef die immers zijn eerste monument achter zijn naam. In de Tour de France volgden in de zomer dan opnieuw drie ritoverwinningen.
De revelatie
Dé revelatie bij Alpecin-Deceuninck was ongetwijfeld dan weer Axel Laurance. De Fransman staat te boek als een enorm talent, en dat liet hij dit seizoen voor een eerste keer ontluiken op het grootste toneel. Laurance mocht al snel zegevieren in de Ster van Bessèges en pakte ook een ritzege in De Ronde van Catalonië.
Dat deed de jonge Fransman ook in De Ronde van Noorwegen, waar hij meteen ook de eindzege achter zijn naam wist te schrijven. Een meer dan geslaagd seizoen dus voor Laurance, maar helaas ook meteen zijn laatste voor Alpecin-Deceuninck.
De portemonnee was leeg – dadelijk meer daarover – en dus kon de ploeg hem niet behouden. Laurance trekt naar Ineos-Grenadiers. De komende jaren zullen ongetwijfeld nog veel van hem horen.
De ontgoocheling
Niet zo heel makkelijk om iemand aan te duiden die écht onder de maat presteerde. Maar dan denken we in eerste instantie toch aan Soren Kragh Andersen, al kan ter zijn verdediging wel meteen worden ingeroepen dat hij vaak dienst deed als domestique/bliksemafleider voor Van der Poel en/of Philipsen.
Desalniettemin mag er eigenlijk toch meer worden verwacht van iemand met de kwaliteiten van Kragh Andersen. In de Tour van 2020 leek de Deen definitief vertrokken te zijn met twee ritzeges, maar aan die topprestaties wist hij de voorbije seizoenen toch te weinig gevolg te geven. Ook hij vertrekt straks (naar Lidl-Trek), idem dito aan Laurance.
De doelstelling
Gezien de behaalde resultaten wordt het uiteraard bijzonder moeilijk om volgend seizoen minstens even goed te doen. Een kopman voor het klassement in de grote rondes is er niet, maar heeft Alpecin-Deceuninck met Kaden Groves – in de afgelopen Vuelta ook goed voor 3 ritoverwinningen - nog wel een sprinter die een garantie is op succes.
Bovendien vertrekken er met Axel Laurance en Soren Kragh Andersen dus zoals gezegd twee schaduwkopmannen. De contractverlengingen voor Van der Poel en Philipsen hebben een groot deel van het budget opgesoupeerd waardoor de ploeg voor de rest toch krap bij kas zit. Van de sterkte van de ploeg in de breedte moet dan ook nog werk worden gemaakt.
Maar toch. Met mannen als Van der Poel en Philipsen op stal is er ook voor volgend seizoen – afgezien van pech of andere onvoorziene omstandigheden – een garantie op succes. Elk jaar drie monumenten winnen is bovendien sowieso een utopie.
De score
Andermaal een boerenjaar dus voor Alpecin-Deceuninck en mag er met recht en rede een hoge score worden uitgedeeld. Het gezegde luidt dat het altijd beter kan – wat gezien de huidige sterkte van de kern in de breedte in dit geval ook zeker waar is – dus houden we het bij 9 op 10!