Geen tweede medaille voor Lotte Kopecky op de Olympische Spelen. De Belgische wereldkampioene op de weg werd vierde in het omnium en dat zorgt voor heel wat kopzorgen.
Opnieuw géén medaille voor Kopecky in het baanwielrennen op een groot toernooi. De scratch, haar minst favoriete nummer, deed haar in Parijs opnieuw de das om. Bij bondscoach Kenny De Ketele is het duidelijk: er moet iets veranderen voor de Spelen van 2028 in Los Angeles.
Geen cadeau's
“Een grondige analyse van onze volledige voorbereiding en aanpak", aldus De Ketele bij Het Laatste Nieuws. "Van alles. Waarbij we leren uit onze fouten. Zonder iemand met de vinger te wijzen: ik denk dat in het baanwielrennen anno 2024 niet alles meer vanzelf komt."
"Je kunt niet zomaar denken ‘ik teer op mijn vorm van de weg om dat hier ‘efkes’ te klaren’. Het is allemaal zodanig snel en specifiek geworden, dat er... meer moet gebeuren, denk ik. Hier moeten we mee aan de slag richting LA 2028."
Mentale opsteker
De klap bij Kopecky was groot, maar gelukkig kan haar prestatie in de olympische wegrit toch wat soelaas bieden. "Mijn gedachten dwalen inderdaad snel weer af naar dat brons van de wegrit. Waardoor ik toch met een positief gevoel afsluit. Dit is het allerhoogste niveau, de medailles liggen hier niet zomaar voor het grijpen. Mijn Spelen hadden veel beter gekund. Maar ze zijn wel geslaagd.”