Remco Evenepoel staat voor een uitdagende maar aartsmoeilijke opdracht. Zijn eerste Tour de France, en al meteen mag hij het opnemen tegen alle kleppers dat wielerland rijk is. Hoe zal hij het ervan af brengen?
Beperkingen bergop
Sowieso mag Evenepoel een mooi klassement ambiëren, maar om meteen naar het podium laat staat eindwinst te kijken lijkt toch iets te ambitieus. En dat valt voornamelijk te wijten aan het feit dat hij in het hooggebergte toch iets minder is dan de andere toppers.
Dat heeft hij zelf al mogen ondervinden, en is Evenepoel daarover ook zeer eerlijk in een interview met Het Nieuwsblad. “Bergop lossen uit een groep waar nog twaalf renners overblijven, ik heb het Pogacar of Vingegaard nog nooit zien doen”, klinkt het daar. “Er zijn er zeker die sterker zijn in de cols. Voor mij is het in het hooggebergte vooral aanhaken.”
Tijdrit als troef
Evenepoel weet dan ook dat hij het op een andere manier zal moeten aanpakken. “Ik ben als ronderenner geëvolueerd naar een type zoals Miguel Indurain. Waarschijnlijk niet de beste klimmer, maar wel één van de beste rouleurs of tijdrijders van de wereld.”
“Als ik een Tour kan winnen, zal het op die manier Indurain moeten gebeuren. Jammer genoeg zijn er geen tijdritten meer van zeventig kilometer. Wat mij betreft mogen ze die meteen opnieuw invoeren (lacht).”
En dan nog maar eens: wanneer zal hij tevreden zijn? “Aankomen in Nice, dat zou al een succes zijn (lacht). Neen, ik hoop dat ik vooruitgang kan maken als klassementsrenner. Het is in een koers van drie weken moeilijk om daar een specifieke plaats in het klassement aan te koppelen. Ik hoop dat ik de besten bergop zo lang mogelijk kan volgen. Met ook een ritzege onderweg.”