Twee renners staken er met kop en schouders bovenuit dit voorjaar. Tadej Pogacar en Mathieu van der Poel domineerden het eerste deel van 2024, al zorgde dat bij het grote publiek soms voor frustraties.
Want als de twee titanen meededen, was de spanning soms ver zoek. Pogacar pakte in Strade Bianche en Luik-Bastenaken-Luik uit met twee geweldige solo's, Van der Poel deed hetzelfde in de Ronde van Vlaanderen en Parijs-Roubaix. Tom Boonen reageer bij L'Avenir op de frustraties van het wielerpubliek.
Ander licht
“Ik begrijp dat dit gevoel bestaat bij het grote publiek”, aldus de viervoudige winnaar van Parijs-Roubaix. “Als je een wielerkenner bent of een voormalig renner zoals ik, zie je de dingen niet noodzakelijk in hetzelfde licht.”
“Als je weet wat er nodig is in termen van fysieke prestaties, is het ongelooflijk en je kunt niet anders dan je petje voor hem afnemen. Maar het is waar dat we qua spanning in de finale van de koers al beter hebben gezien. Niemand gaat voor de tv zitten om een renner een twee uur durende solo te zien rijden.”
Prachtig spektakel
Het voorjaar werd jammer genoeg ook gekenmerkd door heel wat valpartijen én het feit dat de grootste toppers vaak niet deelnamen aan dezelfde koersen.
“Als we op een dag van der Poel, Pogacar, Remco, Wout en Vingegaard aan de start van dezelfde koers zouden kunnen hebben, het zou een prachtig spektakel kunnen zijn”, besloot Boonen hoopvol.