Tom Boonen kennen we uiteraard allemaal als één van de beste renners die België ooit heeft gehad, maar sedert zijn afscheid als renner zagen we hem ook nooit meer terug in de wielersport. Dat hoeft niet met zekerheid zo te blijven.
Geen haast
In een interview met Het Nieuwsblad – die José De Cauwer op pad stuurden – stelt Boonen immers dat hij best openstaat voor mogelijkheden binnen het peloton. “Als de koers opnieuw op mijn pad komt, zeg ik niet ‘neen’. Maar ik heb geen interesse om daar nu zelf achteraan te lopen, zoals een aantal van mijn ex-collega’s wel doen. Soms tegen het ziekelijke aan, om toch maar toch maar te blijven hangen aan die wereld.”
Boonen zit dan ook zeker niet op hete kolen. “Eerlijk: ik ben nog geen enkele dag opgestaan met het idee dat ik per se voltijds terug naar de koers wil. Ik amuseer me met wat ik nu doe. Ik heb ontdekt dat ik graag thuis ben. In tegenstelling tot u, José”, knipoogt hij naar interviewer De Cauwer.
Boonen als coach?
Maar die ziet toch best wel mogelijkheden voor iemand als Boonen. “Mocht ik nu manager zijn van een ploeg met veel geld, ik zou toch eens bellen. Volgens mij zou jij een heel goeie coach zijn, omdat je de gave hebt om te motiveren, maar ook te relativeren. Vooral dat laatste kunnen er niet veel.”
Iets waar Boonen zich wel in kan vinden. “Ik hoor dat vaak van mensen: ‘je moet daar iets mee doen’. Ik ben sowieso een mensen-mens en over wielrennen kan ik toch met een bepaalde kennis en bagage praten. Ik heb direct een paar renners in mijn hoofd van wie ik denk dat ik ze iets zou kunnen bijbrengen.”
Dan denkt hij bijvoorbeeld aan Julian Alaphilippe. “Ik ken hem heel goed. In de Ronde van Californië heb ik hem eens drie dagen in mijn achterzak gestoken. (lacht) Hij stond aan de leiding in het algemeen klassement en was ongelofelijk zenuwachtig, echt niet normaal. Toen hij uiteindelijk won, heeft hij mij net niet binnen gedaan.”