Vorige week maakte Mathieu van der Poel zijn rentree in het peloton in Milaan-Sanremo. Nu volgen uiteraard de echte kasseiklassiekers, vader Adrie vertelde tegenover Wielerflits wat hij verwacht van zijn zoon.
Vooraleerst keken ze daar uiteraard even terug naar La Primavera. Van der Poel speelde daar luxeknecht voor uiteindelijke winnaar Jasper Philipsen. Zelf stelde hij echter nog niet helemaal top te zijn. Maar daar heeft Van der Poel Sr. toch lichtjes een ander idee over. “Ik denk niet dat je kunt zeggen dat het slecht was in Milaan-San Remo”, aldus Adrie.
"Hij reageerde toch vrij gemakkelijk de eerste keer op de aanval van Pogacar. De tweede keer reed hij het gat dicht. Als je niet echt goed bent of niet honderd procent, dan rijd je dat gaatje niet meer dicht. Als je de koers bekijkt, er is de hele dag hard gereden. Als je dat dan nog kunt in de finale, dan denk ik dat het conditioneel wel goed zit.”
Stunten in Luik?
Duidelijke taal, en dus verwacht iedereen dat Van der Poel de komende weken opnieuw aan het front zal te zien zijn. “Je start gewoon om er weer eentje te proberen winnen. Dat is al moeilijk genoeg. Je kunt conditioneel veel beter zijn dan vorig jaar, maar geen koers gewonnen krijgen. Uiteindelijk is het in Mathieu zijn geval wachten om te evalueren na Luik-Bastenaken-Luik. Dan kan je kijken: wat is er goed gegaan, wat is er niet goed gegaan?”, blijft Adrie toch voorzichtig.
Dat doet hij dan weer minder in een voorspelling voor Luik-Bastenaken-Luik. Daar komt Van der Poel een tweede keer aan de start, in een klassieker die zijn vader ook ooit won nota bene, maar dicht die zichzelf niet al te veel kansen toe. Daar kan vader Adrie zich dan wel in vinden, maar gelooft die toch in de winstkansen van Mathieu.
“In de Amstel Gold Race is al geweten dat hij mee kan. Luik-Bastenaken-Luik wordt een ander verhaal. Daar zal het weer heel bepalend zijn. De topfavorieten daar zullen iets minder moeten zijn en hij zal ietsje boven zichzelf moeten uitstijgen. Maar uiteindelijk, hij heeft een keer gereden en won hij de sprint voor de zesde plaats. Je weet nooit”, sluit hij af.