Wout van Aert en Tom Pidcock sturen straks hun kat naar het WK in Tabor. Mathieu van der Poel verdedigt wél zijn werelditel. Moet het WK eerder op het seizoen gereden worden, zodat het wél in de agenda van alle grote tenoren past?
Bij de UCI hebben ze effectief nagedacht over dat idee. Dat vertelt UCI-topman Peter Van den Abeele aan Sporza. Na het WK in Hoogerheide werd er gedebatteerd over het wisselen van de nationale kampioenschappen en het WK. "Maar dat idee hebben we snel laten varen."
Waarom? Van den Abeele geeft drie redenen. "Het zou een nefaste impact zou hebben op de nationale federaties. Bovendien gelden de nationale kampioenschappen nu als waardemeter voor het WK. Als je bijvoorbeeld het BK na het WK op de kalender zet, verliest de nationale titelstrijd aan waarde."
Een ander argument is het financiële kostenplaatje. "Renners zouden dan allemaal naar hun land moeten terugkeren voor hun nationaal kampioenschap om daarna weer naar België af te reizen voor de overige klassementscrossen. Dat zorgt voor extra kosten bij de buitenlandse renners en dat zijn net diegenen die tijdens het jaar al zoveel kosten maken."
Te kort seizoen
Ook omwille van de internationale uitsraling, vindt het WK best op het einde van de crosswinter plaats. "Het cross-seizoen wordt steeds korter. De grote drie rijden minder crossen, maar ook de echte crossen slaan af en toe eens een cross over. Als je het WK opschuift naar de eerste helft van januari, dan wordt het seizoen nog korter. Internationaal gezien is het veldritseizoen afgelopen na het WK. Daarna begint iedereen te focussen op de weg."