En voornamelijk die laatste naam is daarbij opvallend. Jaren waren lichtgewichten of klimmers tout court nergens te bespeuren in de Ronde. Afgelopen zondag stonden naast Pogacar ook nog Neilson Powless en Matteo Jorgenson in de top tien. Een evolutie die opviel bij Het Laatste Nieuws en te rade ging bij enkele renners. Zo kwam plots de TSS ofte Training Stress Score ter sprake die aantoont dat de Ronde gewoonweg meer een wedstrijd voor klimmerstypes is geworden.
Zo maakt bijvoorbeeld Jasper Stuyven heel duidelijk. “Zondag had ik 470 TSS-punten. Toen we in elfde rit van de Tour 2021 twee keer over de Mont Ventoux reden, had ik 390 TSS-punten. Dat was ook een koers van 5u47. In geen enkele bergrit van de Tour haal ik evenveel TSS-punten als in de Ronde”, aldus de renner van Trek-Segafredo.
Stuyven maakt zelfs de vergelijking met de periode van Cancellara-Boonen. “Toen ik aan onze ploegmanager Luca Guercilena zei hoeveel Watt per kilo Tiesj duwde op de Côte de Trieu tijdens Dwars door Vlaanderen, wist Luca dat het cijfers waren die zelfs de allerbeste Fabian Cancellara niet haalde.”
En dus kan worden geconcludeerd dat de Ronde ook voor Van Aert mogelijk weleens onhaalbaar kan blijken naar de toekomst toe. Lichtere types verteren die vele hellingen en opeenstapeling van inspanning immers veel beter. Florian Vermeersch ziet wel een uitweg. “Een natte editie zou alleszins in ons voordeel zijn tegenover de lichtgewichten.”