Ook deze keer hadden we weer heel wat keuze tussen renners. Matteo Jorgenson bijvoorbeeld. De Amerikaanse jongeling liet zich in het openingsweekend al opmerken en werd nu knap vierde in de E3. Zijn ploegmakker bij Movistar Team, Iván García Cortina, deed het met amper een plaatsje minder. De Spanjaard stak in eerdere jaren ook al de neus aan het venster. Of hoe de Spaanse formatie plots een rol begint op te eisen in de klassiekers. In Gent-Wevelgem hadden we dan weer even verrassende als uitstekende noteringen voor Frederik Frison (4de) en Alexis Renard (7de).
Maar ook in deze moeten we toch weer terug naar de gele brigade van Jumbo-Visma. Zelfs daar hadden we nog keuze, want werpt Nathan Van Hooydonck zich meer en meer op als een renner die straks zelf een (semi)klassieker kan wegkapen. Opteren doen we evenwel voor Olav Kooij, de Nederlandse sprinter die duidelijk meer in zijn mars heeft dan snelle benen aan de meet. Getuige zijn prestaties in Brugge-De Panne en Gent- Wevelgem.
Mocht het niet zijn dat het duo Van Aert-Laporte voor een nieuwe ‘Trofeo Baracchi’ koos op zondag zou Kooij bij zijn debuut zelfs een gooi hebben kunnen doen naar winst in Wevelgem. Zo ver kwam het dus niet, maar de amper 21-jarige Kooij toonde wel dat hij heel wat in zijn mars heeft. Het feit dat hij nog deel uitmaakte van de achtervolgende groep na een koers in helse omstandigheden vertelt eigenlijk het hele verhaal. Echter wordt het verhaal nog straffer voor de man die uiteindelijk binnenkwam als achtste.
Als een waar klassiek coureur met een grote motor leerden we de renner van Jumbo-Visma namelijk al enkele dagen eerder kennen in Brugge-De Panne, evenzeer in niet bepaald gunstige weersomstandigheden. Iedereen sprak daar vol lof over de prestatie van Jasper Philipsen, maar die van Kooij was minstens evenwaardig, ook al moest hij het dan in de sprint net afleggen tegen ‘De Vlam van Ham’. Zelfs bij collega-renners uit het peloton – van Philipsen bijvoorbeeld – was de verbazing over de prestatie van Kooij daar bijzonder groot.
En die verbazing valt uitstekend te kaderen. Niet alleen is Kooij met zijn 21 nog een groentje in het peloton, hij is zelfs amper twee jaar wielrenner. Jawel, u leest dit correct. Nu, Kooij had daarvoor ook wel al op de fiets gezeten, maar zijn hoofdactiviteit was toch het schaatsen. Zo pakte hij nog zilver op het NK voor junioren van 2019. In 2021 maakte hij dan de overstap naar de wielerploeg van Jumbo-Visma, om nog eens twee jaar later dus al te schitteren in het klassieke voorjaar.
Waar Kooij in 2022 al tekende voor tal van sprintoverwinningen in onder meer de ZLM-Tour, Ronde van Polen en Ronde van Denemarken doen deze prestaties toch meer verbazen en al zeker het beste vermoeden voor de toekomst. Het lijkt ons dan ook geen overdrijving om hem af te schilderen als een nieuw supertalent in de stal van Jumbo-Visma. En ze hebben er daar al zoveel.