Johan Bruyneel kwam de afgelopen dagen meerdere malen ter sprake na zijn opvallende uitspraken over Tadej Pogacar. De voormalige ploegleider van Lance Armstrong bekritiseerde in de podcast The Move de ambities van de tweevoudige Tourwinnaar.
“Het is heel leuk om je tegenstanders af te maken. Ik geef toe: ik zou destijds ook zo hebben gedacht. ‘Allemaal de pot op, wij willen winnen’. Nu weet ik dat dat op langere termijn niet de beste strategie is", vertelde Bruyneel over de drang om te winnen van Pogi. Een uitspraak die bij Michel Wuyts in het verkeerde keelgat is terecht gekomen. De Belgische analist haalde bij Het Laatste Nieuws dan ook hard uit naar de voormalige wielrenner.
“Als Johan Bruyneel de normen bepaalt, dan zijn we ver weg. Bruyneel is één van die mensen die het wielrennen een goeie 20 jaar geleden over de rand getild heeft. Bovendien vergelijkt hij Pogacar met zichzelf, en dat is ongeveer het domste wat je kunt doen", ging Wuyts ongeremd verder. "Bruyneel was geen ongetalenteerde renner, maar was qua talent ongeveer een tiende van de Sloveen. Dus laten we daarmee ophouden. Ik heb de stellige indruk gehad dat Pogacar met een spelletje bezig was.”