Hij is pas prof sedert vorig seizoen maar er is geen Belgische wielerfan meer die Arnaud De Lie niét kent. Logisch ook, gezien zijn prestaties als neoprof. Dit seizoen zoekt de Waalse boerenzoon er nog een schepje bovenop te doen met prestaties in de grote klassiekers.
Van wat hij al liet zien wordt dat zelfs al verwacht van De Lie, en ook binnen zijn eigen ploeg van Lotto-Dstny zijn ze rotsvast overtuigd van zijn kwaliteiten en geloven ze dat hij dit jaar al kan scoren in de grote klassiekers. Maar blijkbaar doet De Lie het niet alleen goed op de fiets, maar ook in de kroeg. Dat leren we uit een sappige anekdote die ploegmakker Victor Campenaerts wist te lossen in Het Laatste Nieuws.
“Arnaud is een toonbeeld van werklust en (zelf)discipline. Maar off-season durft hij al eens de teugels vieren - mag het? En is hij ook een kampioen aan de toog. Hij kan ongelooflijk veel pinten drinken. Voor twintig stuks draait hij zijn hand niet om, toch een redelijk stevig aantal voor een coureur”, klinkt het daar immers.
En er mag zelfs een schepje bovenop volgens Vocsnor. “En achteraf staat hij gewoon nog recht op zijn benen, hé! Hij heeft bovendien ook de drang om te tonen hoe snél hij zo’n pint kan leegdrinken. Ook daarin is hij dus een sprinter. Ze zegden dat destijds ook van Tom Boonen: een kampioen op de fiets, maar evenzeer op de afterparty’s.”
Van wat hij al liet zien wordt dat zelfs al verwacht van De Lie, en ook binnen zijn eigen ploeg van Lotto-Dstny zijn ze rotsvast overtuigd van zijn kwaliteiten en geloven ze dat hij dit jaar al kan scoren in de grote klassiekers. Maar blijkbaar doet De Lie het niet alleen goed op de fiets, maar ook in de kroeg. Dat leren we uit een sappige anekdote die ploegmakker Victor Campenaerts wist te lossen in Het Laatste Nieuws.
“Arnaud is een toonbeeld van werklust en (zelf)discipline. Maar off-season durft hij al eens de teugels vieren - mag het? En is hij ook een kampioen aan de toog. Hij kan ongelooflijk veel pinten drinken. Voor twintig stuks draait hij zijn hand niet om, toch een redelijk stevig aantal voor een coureur”, klinkt het daar immers.
En er mag zelfs een schepje bovenop volgens Vocsnor. “En achteraf staat hij gewoon nog recht op zijn benen, hé! Hij heeft bovendien ook de drang om te tonen hoe snél hij zo’n pint kan leegdrinken. Ook daarin is hij dus een sprinter. Ze zegden dat destijds ook van Tom Boonen: een kampioen op de fiets, maar evenzeer op de afterparty’s.”
