Het is december en dus is het tijd om lekker terug te gaan blikken op het wielerjaar 2022. Het vierde deel besteden we aan de eerste echte belangrijke rondes van het wielerjaar. Dat uiteraard met Parijs-Nice en de Tirreno-Adriatico, waar enkele landgenoten een hoofdrol opeisten.
TIRRENO TERREIN VAN POGI
In Italië gebeurde dat voornamelijk met Remco Evenepoel, al hadden weinigen na afloop van de Tirreno in maart durven voorspellen wat de renner van Quick-Step dit seizoen nog allemaal bij elkaar zou fietsen. Een onverdeeld succes werd zijn eerste deelname aan de koers van de twee zeeën immers niet.
De openingstijdrit bleek al een teken aan de wand. Evenepoel eindigde dan wel tweede, maar toch op 11 seconden van winnaar Filippo Ganna en dat op een tijdrit van 13 kilometer. De Italiaan zou hierdoor wel nog twee dagen in de paarse leiderstrui rondrijden, vooraleer Tadej Pogacar besliste dat zijn moment was gekomen. Dat gebeurde een eerste keer in rit vier. Een etappe die de Sloveen won, maar waar hij onder meer Evenepoel nog wel in zijn wiel moest dulden.
Daar was drie dagen later echter helemaal geen sprake meer van. In de enige echte bergrit van deze Tirreno toonde Pogacar wie de baas was. Aan Evenepoel – die volledig door het ijs zakte – maar toch ook aan Jonas Vingegaard. De Deen eindigde op meer dan een minuut, Remco op meer dan vier minuten. De Sloveen werd zo overtuigend eindwinnaar. Er viel echter nog wel Belgisch succes te noteren, want Tim Merlier won de tweede etappe in een spurt.
VAN AERT VAN ONSCHATBARE WAARDE
Over naar Frankrijk dan, waar Jumbo-Visma het eerste van zijn zovele kunststukjes van dit seizoen wist op te voeren. Dat deed het sterrenensemble al meteen in de eerste etappe naar Mantes-la-Ville. Op een klimmetje van iets meer dan een kilometer wisten de gele jongens zowaar het hele peloton uit elkaar te scheuren. Aan zes procent gemiddeld stijgingspercentage wisten Wout van Aert, Primoz Roglic en Christophe Laporte aan de rest te ontsnappen, de Fransman mocht zegevieren.
De komende dagen was het dan aan Van Aert, maar die liep tweemaal een blauwtje op. In de tweede etappe bleek Fabio Jakobsen te snel, de volgende dag was het dan weer Mads Pedersen die de sterkere bleek van onze landgenoot. Gelukkig kennen we de Kempenaar uiteraard als iemand die nooit opgeeft, ook niet in de Koers naar de Zon. Op dag vier was immers het wél van dat. Van Aert klopte ploegmakkers Roglic en Rohan Dennis in de tijdrit.
Hij mocht zo ook één dag de leiderstrui dragen, vooraleer die werd overgenomen door zijn Sloveense ploegmakker. Brandon McNulty won dan wel de rit, Roglic werd de nieuwe leider. Een trui die hij met succes zou verdedigen tot het einde, zij het niet zonder slag of stoot. Want hoe vlot de Sloveen de voorlaatste etappe naar zijn hand zette, zo stroef verliep het in de slotrit. Gelukkig voor hem en Jumbo-Visma hadden ze in Van Aert ook een meesterknecht in de rangen die Rogla onder zijn vleugels nam en de eindoverwinning op eigen houtje over de streep trok.