Het voorjaar zit erop en kan er ook ruimschoots worden teruggeblikt. Een steeds wederkerende vraag is dan voornamelijk: Wie was de man van het voorjaar? Van der Poel of toch Pogacar. Jan Bakelants zag het toch nog net iets anders.
Philipsen
Want uiteraard stelden ze die vraag ook bij Wielerclub Wattage. De vraag ging eerst naar Dirk De Wolf die niet lang moest nadenken: “Mathieu van der Poel”, klonk het bijzonder overtuigend. “Het is moeilijk te vergelijken en het is nek aan nek voor mij, ik kan niet kiezen”, reageerde Bakelants.
Maar mannen als Jasper Philipsen en Matteo Jorgenson volgen toch een trapje lager?, vroeg presentator Ruben Van Gucht, waarop Bakelants toch enigszins wist te verrassen. “Op hun niveau, als we het relatief maken en delen door het talent dat ze van moeder natuur hebben meegekregen, is Philipsen voor mij misschien wel de man van het voorjaar.”
Toch Van der Poel
Uiteindelijk kozen de leden van Wielerclub Wattage echter dan toch voor Van der Poel, maar werd Philipsen wel benoemd tot Belg van het voorjaar. Dat valt zeker terecht te noemen met zeges in Milaan-Sanremo en Brugge-De Panne, en een nieuwe tweede plaats in Parijs-Roubaix.
Tom Boonen ging volmondig akkoord met de keuze voor ‘De Vlam van Ham’. “Merlier heeft de meeste zeges, maar Philipsen heeft Milaan-Sanremo gewonnen en werd tweede in Parijs-Roubaix. Die heeft een ‘patat’ van een voorjaar gereden.”
Echter bleef Boonen in het algemeen – en daar stond hij zeker niet alleen in – toch wat op zijn honger zitten de afgelopen weken. “We hebben spanning gemist. Het zijn onwaarschijnlijke prestaties van die mannen, maar er zijn dit voorjaar weinig mooie wedstrijden geweest bij de mannen. We hebben saaie koersen gezien”, concludeerde hij.