Ook bij de vrouwen namen we met Luik-Bastenaken-Luik afscheid van alweer een nieuw voorjaar. Daar wou Lotte Kopecky overigens nog eens stunten, maar dat bleek toch net te veel van het goede. Dé leading lady van het Belgische wielrennen kan echter alweer terugblikken op een geslaagd voorjaar.
Grootste doel behaald
In De Ronde van Vlaanderen wou het dit jaar niet lukken, maar pakte Kopecky wel zeges in Stade Bianche, Nokere Koerse én voornamelijk Parijs-Roubaix, de koers die ze bij de start van het voorjaar met rood had aangekruist. Zoals gezegd: alweer een geslaagde editie dus. Dat denkt ook Ine Beyen.
"Ik denk dat ze heel tevreden moet en mag zijn. Het mag geen standaard worden om te verwachten dat ze elke koers zomaar zal winnen. Het eerste deel is voor haar volledig geslaagd. En dan moeten de Spelen nog komen...", zegt zij bij Sporza.
"Wetende dat ze haar eigen trainer is, is dat dubbel straf te noemen. Halfweg het voorjaar zeiden we dat ze zou moeten temperen”, voegt Beyen er nog wat extra lof aan toe.
Waalse klassiekers overslaan
Nu wou Kopecky dus ook nog scoren in Luik, maar denkt Beyen evenwel dat ze zich hier in de toekomst niet te hard op moet focussen. "Ik zou het niet doen. Ze is zo goed in de klassiekers die ze nu al wint.”
“Na de beklimming van de Tourmalet vorig jaar was ze het aan zichzelf verplicht. In dat opzicht is ze vergelijkbaar met Mathieu van der Poel." Schoenmaker, blijf bij je leest is dus het devies van Beyen.
Grote leemte
Hoe dan ook was Kopecky andermaal – en uiteraard meer dan logisch - de Belgische vertegenwoordigster van het succes. Echter ziet Beyen dat er op dat vlak zich nog steeds wel een probleem stelt.
"Achter Lotte Kopecky gaapt een groot gat. We hebben de andere Belgen zelden moeten vermelden in de uitzending. Heel af en toe wel, maar zij deden nooit mee om de knikkers. We hebben Margot Vanpachtenbeke die top 10 reed en Marthe Truyen reed een paar uitslagen."