Aanstaande zondag volgt het hoogtepunt van het veldritseizoen met het WK in Tabor. Al lijkt dat wereldkampioenschap al op voorhand beslecht, met een Mathieu van der Poel waar weinig aan te doen lijkt.
Maar daar gaat Eli Iserbyt toch niet helemaal mee akkoord. Al is de Nederlander uiteraard ook voor hem wel de topfavoriet. “We moeten niet in elkaars weg rijden maar voor het overige kan ieder zijn ding doen. En we staan niet aan de start als topfavoriet, hé”, kijkt hij in Het Nieuwsblad uiteraard in de richting van Van der Poel.
Maar desondanks wil Iserbyt scherp blijven. “Maar ik wil ook niet zonder druk rijden want dat is gevaarlijk. We moeten attent zijn, er kan altijd iets gebeuren met Mathieu, hé. Ik ga niet naar Tabor voor de tweede plek, dat zou getuigen van te weinig ambitie”, klinkt het immers.
Belgen houden vertrouwen hoog
Dus toch de nodige ambitie en zelfvertrouwen bij de nieuwbakken Belgische kampioen, iets wat ook kan worden gezegd van diens ploegmakker bij Pauwels Sauzen-Bingoal, Michael Vanthourenhout. “Ik trek alvast met veel vertrouwen naar Tabor”, laat die dan weer optekenen.
“Ik was toch de enige die de versnelling van Mathieu (in Hamme, nvdr) kon beantwoorden. Het gat achter mij was vrij groot, vond ik. Misschien moet dat volgende week het plan zijn: proberen om twee ronden Mathieu te volgen en dan hopen dat de kloof met de rest groot genoeg is. Maar goed, niet iedereen stond in Hamme aan de start”, blijft de Europese kampioen ook wel realistisch.