Eli Iserbyt heeft er een vrij benarde week opzitten. Echter lijkt hij zondag wel zijn rentree te kunnen vieren in Zonhoven. Hopelijk vindt hij dan terug de vorm van voor zijn ziekte. Het zandrijden heeft hij intussen alvast goed kunnen oefenen.
Want zo heeft Iserbyt immers een zandstrook laten aanleggen in zijn eigen tuin, waarop hij dan kan trainen. “Ik was er al een tijdje over aan het nadenken. Omdat zand bij ons in de buurt (Iserbyt woont in Kaster, red.) moeilijk te vinden is en het seizoen eraan zat te komen, heb ik de knoop doorgehakt.”
“Begin september heb ik die strook laten aanleggen. Ik wil gewoon niet hebben dat ik na mijn carrière tot de vaststelling kom dat ik er niet genoeg tijd in heb geïnvesteerd”, aldus een duidelijk erg gemotiveerde Iserbyt in Het Nieuwsblad.
Lachende ploegmakkers
Het leidt bij zijn ploegmakkers van Pauwels Sauzen-Bingoal wel tot jolijt, zo zegt Iserbyt. “Als het ploegtraining is en we passeren bij mij thuis, dan lachen ze wel eens met die zandbak. Er liggen trouwens ook balkjes in mijn tuin. Het is de bedoeling dat er op termijn een echt crossparcours komt.”
Over wie de beste zandrijder is in het crosspeloton moet Iserbyt niet lang nadenken. “Van de fulltimecrossers is Laurens Sweeck de beste, mits hij een goede dag heeft. En dan heb je uiteraard nog Wout en Mathieu van der Poel, die beiden ongelooflijk goed door het zand rijden.”
“Ik heb Mathieu in Koksijde ooit dingen zien doen waarvan ik dacht dat ze onmogelijk waren. En Wout zag ik ooit in Zonhoven ongelooflijke zaken doen. Maar ook voor hen geldt: ze moeten conditioneel in orde zijn.”